voor de motivatie van de veldwerkers de voorkeur te verdienen. Nadeel van deze methode is dat er in die (dertig) jaren veel meer namen verdwenen zullen zijn. In dit laatste deel van de reeks zijn de overgebleven gemeenten van het oudland op Walcheren opgenomen, met uitzonde ring van Vlissingen. Deze gemeenten vor- gebied minder urgentie dan op overig Wal cheren. Het grondgebied van de voormalige ge meente Nieuw- en Sint Joosland is niet in de reeks opgenomen. Dit polderlandschap is van veel jongere datum (van de zeven tiende tot en met de negentiende eeuw) dan het oudland van Walcheren en de Deel van de veldnamenkaart van Arnemui- den/Kleverskerke. men geografisch gezien geen logische eenheid. Eerste reden hiervan is dat van sommige dorpen niet eerder een veldwer ker beschikbaar was die bekend was met het gebied en de boerenbevolking en die daardoor in staat was de veldnamen te vergaren. De tweede reden is dat het ge bied ten noorden van de spoordijk Middel- burg-Arnemuiden pas begin jaren zestig verkaveld is. Dit gebied rondom Klevers- kerke is niet geïnundeerd in 1944. Maar het is juist het enige gebied op Walcheren dat bij de Watersnoodramp van 1953 korte tijd onder water kwam te staan. Dit vanwe ge het overspoelen van de toenmalige zeedijk langs het Veerse Gat. Door de latere herverkaveling had onderzoek in dit rechthoekige percelen kregen systema tisch een nummer toebedeeld. Aan het zesde deel werkten mee als veld werkers: P.A. Baaijens voor Arnemuiden/ Kleverskerke, A. Boogaard voor Grijpsker- ke, A. Abrahamse voor Middelburg en Sint Laurens, C. Wondergem voor Oost-Sou burg, A. Arendse voor West-Souburg en F. van den Driest voor Sint Laurens. Zij vergaarden 1.165 veldnamen bij talloze informanten. De Commissie Veldnamen bestaat uit een constante groep kernleden. Sinds de oprichting in 1972 zijn lid: A.P. de Klerk en W.P. van der Heijden, al spoedig versterkt met F. van den Driest. Aan het tweede deel werkte F.A. Broeksma mee. Hij had bij het derde deel andere besognes, maar was vanaf deel vier weer continu beschik baar. L.M. Hollestelle had een groot aan-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 46