met elkaar op te lopen. Om de beurt droe
gen ze de springstok en ze gingen van de
ene wei naar de andere.
Nadat de aardappelen waren gehaald,
kwamen ze rond vier uur aan in Gapinge
en omdat ze dorst hadden gingen ze daar
op zoek naar een herberg. Bij Lena Foket,
de vrouw van smid Jacobus de Kam, stap-
kosten, maar het was niet te koop. Of het
nu kwam doordat Louis hier kwaad om
werd of dat hij altijd al zo'n stevige greep
had, zullen we nooit weten, maar toen hij
het vogeltje losliet viel het bewusteloos op
de grond. Herman raapte het op en tikte
een paar keer met z'n vingers tegen het
snaveltje om het vogeltje weer tot bewust-
ten ze naar binnen. Ze bestelden allebei
een 'bakje' jenever en omdat Herman hon
ger had, wilde hij er ook een boterham bij.
Toen de drank op was, moest hun bakje
nogmaals worden gevuld, wat de jonge
heren, tot ongenoegen van Lena, vrij luid
ruchtig maakte.
Twee vogeltjes
Op een gegeven ogenblik werd de aan
dacht van Louis getrokken door een kooitje
met twee vogeltjes dat in de gelagkamer
hing. Hij liep erheen en haalde er een van
de vogeltjes uit. Omdat hij het graag wilde
hebben vroeg hij aan Lena wat het moest
Deze boerderij, omstreeks 1935 gefotografeerd,
was van hein Harpe en had als huisnummer
B166. Van links naar rechts zien we: Johannes,
Johanna Adriana en Joost Willem Harpe.
(Collectie J.H. Midavaine)
zijn te brengen. Dat deed hij nogal hard
handig en het had ook geen effect. Hierop
duwde Louis het arme beestje met z'n
kopje in de jenever. Hij herhaalde deze
handeling verschillende keren, maar het
vogeltje knapte er niet van op. Vervolgens
pakte Herman het op en legde het op een
warme plaat. Toen ook dat niet hielp smeet
hij het vogeltje luid vloekend op de grond.