a0) Van de redactie Wie op Walcheren geboren en getogen is zal zich zeker betrokken voelen bij het wel en wee van de Heemkundige Kring Wal cheren. Als je dan ook nog je werkzame leven hebt doorgebracht in de ontwerp- en drukkerswereld, is dat een reden te meer om geboeid te worden door de verhalen en illustraties in De Wete. Het beroep dat voorzitter Meertens op me deed om een steentje bij te dragen als eindredacteur van dit tijdschrift, kwam dan ook als geroepen. Het raadslidmaatschap van de gemeente Veere waarbij ik me heb ingezet voor het behoud van het Walcherse platteland, heb ik onlangs beëindigd en er kwam tijd vrij om me op een andere manier voor de Wal cherse gemeenschap in te zetten. Mijn ont werpen, schrijven, tekenen en schilderen in en over het eigen vertrouwde gebied vormen een goede basis om de fakkel over te nemen van Leo Hollestelle. Naast het vrij tekenen, schilderen en beeldhou wen waar ik me op toeleg, is het een uit daging om het eindredactiewerk zoveel aandacht te geven dat de hoge kwaliteit van de inhoud van De Wete wordt gehand haafd of, liever nog, verbeterd. De redactieleden zijn enthousiast en kun dig en vormen een efficiënt werkend team dat zijn sporen inmiddels heeft verdiend. U vindt er viermaal per jaar de resultaten van in de bus en wij hopen dat het plezier en enthousiasme van de samenstellers, van schrijver tot uitgever, in de inhoud van De Wete worden weergegeven. Het boei ende verleden waarvan het verhaalt, wordt met elke nieuwe dag langer. Wij laten u getuige zijn van een klein stukje van uw eigen heem, Walcheren dat nog steeds de naam Tuin van Zeeland waard is. De laatste editie van De Wete in 2006 is weer een dik nummer geworden met boei ende artikelen en mooie illustraties. Het eerste verhaal komt uit de pen van een van Walcherens grootste schrijvers, J.C.J. van Schagen. De naam Louwerse inspireerde hem om zijn gedachten over 't Groentje en de daar vroeger aanwezige tol aan het papier toe te vertrouwen. Wij mo gen er deelgenoot van zijn. Het brengt ons meteen in de sfeer van het verleden waar om we De Wete zo graag inkijken. Beelden in welke vorm dan ook, die ons terugbren gen in een tijd waarin je met de huifkar naar Middelburg reed, waarbij het land nog zó stil was dat je de wagens in de verte over de kasseien kon horen denderen. Van latere datum waren de bedevaarten van rooms-katholieke verkennersgroepen naar Onze Lieve Vrouwe van den Polder. Inundatie en landmijnen speelden de bedevaartgangers de eerste naoorlogse jaren parten. In later jaren kwam er letter lijk weer muziek in en trokken de verken ners met signaalafdeling en tamboerkorps van de padvinderij ter bedevaart. In de kampen werd veel muziek gemaakt en gezongen. Vanaf 1948 verliepen de bede vaarten volgens een vast patroon en werd het hele weekend in Vrouwenpolder door gebracht. Er werd een mis opgedragen en een processie gehouden ter ere van de Heilige Maria. Gebrek aan vrijwilligers bij het Verkenners Bedevaart Comité zorgde ervoor dat 1961 het laatste jaar werd waarin een r.-k. verkennersgroep nog een bezoek aan Vrouwenpolder bracht. Even oostelijker langs de kust vonden in diezelfde jaren andere activiteiten plaats. Het waren de roemruchte jaren van Jan Goud, kapitein van de Veerse reddingboot M.C. Blankenheym. Hij en zijn Veerse be manning vormden jarenlang een team dat bijstand bood aan schepen die in nood

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 2