Het varend verleden van Veere
Een maritieme tentoonstelling in 2007
Volgend jaar zullen in het kader van de
herdenking 400 jaar Michiel de Ruyter
diverse aspecten van het Zeeuwse maritie
me verleden in de provincie worden
belicht. Weliswaar is de band tussen Veere
en Vlissingen zeer nauw, maar er is geen
sprake van een directe relatie tussen de
markizaatsstad en de Vlissingse zeeheld.
Voor zover kan worden nagegaan, heeft
Bestevaer nooit een stap in Veere gezet.
Hooguit heeft hij bij zijn legendarische
beklimming van de Jacobstoren Veere in
de verte zien liggen.
Om toch te kunnen 'meeliften' met de
belangstelling rond Michiel is ervoor geko
zen om in 2007 in Veere het rijke varende
verleden van deze stad te tonen. Een meer
bijzondere koppeling wordt gemaakt met
het werk en de activiteiten van de Zeeuw
se maritieme schilder Engel Hoogerhey-
den (Middelburg 1740 - Middelburg 1807)
en zijn Veerse kunstbroeder Jacob
Schwartzenbach (Veere 1763 - Veere
1805).
Geboortestad van oorlogsvloot
en mensenredders
In Veere had de eerste 'Nederlandse' oor
logsvloot een thuishaven. In 1488 schiepen
Maximiliaan van Oostenrijk en zijn zoon
Filips de Schone het kader voor het voeren
van een maritieme politiek in de Nederlan
den door de uitvaardiging van de Ordon
nantie op de Admiraliteit. Een centrale
ambtenaar, die voor zeezaken zou optre
den als plaatsvervanger van de vorst, werd
voor de uitvoering van het Habsburgse
maritieme beleid verantwoordelijk gesteld:
de admiraal van de zee of de admiraal-
generaal van de Nederlanden. Tussen
1491 en 1558 werd dit ambt bekleed door
de heren van Veere. De admiraal kreeg
daarnaast rechtsmacht in zeezaken. Deze
centrale admiraliteitsraad hield zitting op
het Veerse kasteel Sandenburgh.
Dankzij de opeenvolgende admiralen
groeide Veere uit tot de vlootbasis van de
Habsburgse Nederlanden. De schepen die
hier lagen, waren eigendom van de vorst
en permanent inzetbaar.
In 1561 werd de oorlogsvloot in Veere ver
kocht. Met recht kan gesteld worden dat
Veere de geboorteplaats is van de Neder
landse oorlogsvloot en zodoende een be
langrijke plaats in de vaderlandse geschie
denis bekleedt. De stad Veere heeft ook
een rol heeft gespeeld als haven voor sche
pen van de Admiraliteit van Zeeland, de
VOC, de WIC en de handel op Schotland.
Zoals in iedere plaats aan woelige wateren
werden Veerenaren vaak geconfronteerd
met scheepsrampen. Dat nu juist het wieg
je van Frans Naerebout, het boegbeeld
van het Zeeuwse reddingwezen, in Veere
heeft gestaan kan dan ook geen toeval
zijn. Weliswaar vertrok hij zodra hij ouder
was, uit de stad aan het Veerse Gat. Maar
we kunnen met zekerheid stellen dat zijn
menslievend karakter hier is gevormd. Ook
dit aspect van het maritieme verleden zal
worden belicht.
Zeehelden en zeeschilders
De gemeente Veere heeft haar maritieme
verleden gekoesterd. In straatnamen zijn
zeehelden als Hopman de Rijk, Sebasti-
aan de Lange en de "onverschrokken
Naerebout" vernoemd. Schilderijen die het
maritieme verleden verbeelden, sieren
Veerse monumenten en musea. De rijke