nering is het alsof elke gemeente een tol
had. Maar goed, als je die tol passeerde,
dan wasje er... óp het Groentje... dat was
de entree. Het was een vierkant pleintje,
indertijd simpelweg volgeplant met dat
soort magere, nuchtere 'zeekantboompjes',
zoals de bosjes aan de rand ze hadden.
Veel schot zat er niet in. Het was alsof ze
Tegenwoordig huist er zelfs ook een vis
winkel. Jawel, het Groentje stinkt tegen
woordig wel eens een beetje.
Waar is de lucht nog zo zuiver als in die
tijd vóór de cultuur die de Eerste Wereld
oorlog inwijdde? Aan de oostzijde had je
het terrein van het Badhotel, met daarop -
als een soort inbreuk - het huisje van Pas-
De Tol te Domburg in vroeger tijden. (Zeeuws
Documentatiecentrum, Zeeuwse Bibliotheek,
nr. 19256)
altijd hetzelfde bleven, maar dood gingen
ze ook niet.
Het was een donker pleintje - er liep een
soort paadje schuins overheen - en dat
was al. Tegenwoordig is het een welover
wogen aangelegd plantsoentje, een borst
beeld - dat van dokter Mezger - incluis.
Het heeft nu veel meer pretenties.
Aan de zuidzijde stonden toen een paar
villa's, aan de westkant wat dorpshuisjes -
al heel lang geleden vervangen door het
winkelcomplex, onder andere van De Kam.
senier - tegenwoordig Steijn -, dat me
zeer dierbaar was (zie Domburgsch Veld-
bouquetje).
Alles goed en wel, maar de echte glorie
van het Groentje was toen het degelijke,
ouderwetse hof van de Louwerses. Aan de
noordwestzijde had het mooie, brede huis
links en rechts van de deur twee ramen. Er
stonden zogenoemde leilindeboompjes
voor... vier stuks, als ik het wel heb. Dat
gaf het een heel vredig, tijdloos karakter.
Dat was natuurlijk altijd zo geweest. Daar
tegenaan, in de Badslag - tegenwoordig
Badstraat - stond een enorme, zwarte
schuur, zoals destijds gebruikelijk en nodig
was voor een wélgezeten boerderij. En dat