was die van de Louwerses kennelijk! Van
het bedrijf merkte je niet veel; dat vond
waarschijnlijk plaats achter de schuur en
het huis. Het land lag ergens in de buurt
van Westhove, aan de overkant van de
Domburgseweg. Daar bevindt zich nu een
nieuwe boerenhofstee van de Louwerses.
Met de Louwerses had je als jongetje een
had. Je moest dat alles zo bewonderen:
doek en beuk en al dat goud van krullen
en strikken en spelden, dat je de mens
een beetje vergat.
Heel in het begin was er ook nog een héle
ouwe, blijkbaar de oervader. Hij was voor
mij speciaal interessant, omdat hij nog een
'schansloper' droeg als het kouder werd.
speciale binding. Donderdags mocht je -
met je grootmoe - met ze meerijden naar
de Middelburgse markt. Dat was iedere
keer weer een feest. Je mocht op de voor
bank zitten tussen d'n ouwen en de bezin-
ne, vlak achter die eeuwig interessant
schommelende paardekont. Als de drollen-
automaat ging werken was het helemaal
boeiend! Dat brave paard... je hebt er net
zo van gehouden als je ontzag had voor
die Louwerses. De hoofdman, de baas,
had zo'n ouderwets rond vilthoedje op,
zoals deftige boeren wel hadden. Van de
bezinne herinner je je minder. Waarschijn
lijk een gevolg van het feit dat de dracht
voor jou een soort onpersoonlijke werking
Gezicht op 't Groentje te Domburg, ca. 1900-
1910. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap,
Zelandia llhistrata, prentbriefkaarten nr. ZI-P-
00182)
Dat was een lange, donkerblauwe overjas
van grove stof - als ik mij niet vergis - met
een dubbele rij knopen. Maar het bijzonde
re, dat me telkens weer boeide, was dat
grappige witte biesje langs de onderrand.
Dat hoorde blijkbaar zo. Zou het oorspron
kelijk - zoals de naam deed vermoeden -
een soort militaire jas zijn geweest en kwam
de naam daar vandaan? In ieder geval zie
ik levenslang die schansloper voor me.
Hoe dan ook... die donderdagse relaties