Bid voor ons Bedevaarten naar Vrouwenpolder 1945-1962 met de Louwerses hebben voorgoed een zwak voor deze naam bij mij doen ontstaan. Later, toen Domburg een omnibus uitpro beerde - wat mislukte - en er als vervolg daarop donderdags een brikje (waar je met z'n achten in kon) naar Middelburg reed - donker kon het daarin wezen en benauwd, als de zeiltjes neergelaten moesten wor den - toen werd dat 'Louwersefeest' iets als een legende van vroeger, toen alles veel aardiger was. En je hebt vanuit de verte de familie altijd gevolgd. De jonge, die later d'n ouwen werd, de dochters, de ondergang van de huizinge op het Groen tje, toen het hof wijken moest voor een cafébedrijf en het boerenbedrijf uitweek naar ergens in de buurt van Westhove en er nog een sprenkeling van ouwetjes hier en daar na-vegeteerde in die kleine huisjes op het dorp. Je kijkt ze er altijd nog op aan. Sic transit gloria mundi, maar we zijn wel geboeid geweest door die glorie. Het was zo'n mooi, vrolijk verenwagentje, waarmee de Louwerses reden... Zoals alle boeren. Alleen de Westkappelaars waren te arm en die reden met huifwagens zon der veren. Dat waren de bolderwagens; daar keken we op neer. Het was binnen in dat verenwagentje zo gezellig in het gedempte licht onder de huif. Je zat tussen die lekker kwekkende boerinnen. Ze hadden de boter-en-eier- manden en allerlei ander marktgedoe onder de bank geschoven. Ze droegen toen nog over de musse heen die feestelijke linten van de Italiaanse strooienkappen, donker blauw aan de ene kant en aan de andere kant divers gekleurd, al naar gelang de mode die omtrent Pinksteren wisselde. En dat ging allemaal naar de Botermarkt, die toen nog op de Burcht tegenover de Abdij was. 'Uitgespannen' werd er bij een of andere grote kruidenier, waar de weke lijkse boodschappen werden gehaald en die allemaal een eigen terrein voor de don derdagse wagentjes hadden. Nog jaren en jaren heb ik ze lief mogen hebben, die wagentjes - in de tijd, dat ik nog op de provinciale griffie werkte en vaak 's middags naar huis, naar Domburg fietste - dan was het land nog zo stil, dat je de huiswaarts kerende wagentjes overal in de verte hoorde denderen - op de Noordweg kon je ze op de Seisweg nog horen! Goede tijden waren dat. Kijk, dat komt allemaal naar boven als je Louwerse tegen me zegt! J.C.J. van Schagen Inleiding Misschien kijken sommige lezers verbaasd naar bovenstaande titel. Is hier sprake van rooms-katholieke propaganda, of krijgt De Wete soms subsidie van het Vaticaan? Niets van dit alles. De woorden staan gewoon in een Onze Lieve Vrouwe van den Poldergebed uit 1947, geschreven door de Middelburgse kapelaan Heems kerk.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 6