wat op verhaal te laten komen. Een halfuur
na middernacht kon de Maria Carolina
Blankenheym zonder al te grote averij
weer in de thuishaven, aan de Kaai van
Veere, worden afgemeerd. De anders zo
opvallende rust in het stadje had plaatsge
maakt voor een voor Veere ongekend
enthousiasme ter verwelkoming van red-
Huldiging door de bevolking van Veere en het
muziekkorps Veere's Genoegen.
ders en geredden. Heel Veere, met burge
meester Den Beer Poortugael voorop, leek
naar de Kaai te zijn gekomen. Een grootse
prestatie kon worden toegevoegd aan de
rijke historie van het Veerse reddingswezen.
Tal van deskundigen op het gebied van de
nationale zeevaart en het Nederlandse zee-
reddingswezen hebben na de geslaagde
redding van alle opvarenden van de Ebro
respect en bewondering geuit ten aanzien
van allen, zowel redders als geredden, die
bij de operatie betrokken waren. Zij spra
ken vrijwel unaniem van "een redding die
voor onmogelijk werd gehouden".
Hollands glorie
Achtentwintig jaar lang lag het casco van
de Ebro op de vlakte van de Banjaard.
Op initiatief van de Vereniging van Belang
stellenden voor de Sleepvaart werd het
wrak in oktober 1986 - hangend in de
takels en stroppen van de reuzenbok
Taklift 4 - in de Sloehaven nabij Schelde-
poort aan wal gezet.
Meteen daarna werd de Stichting stoom-
zeesleepboot Ebro opgericht, met het oog
merk te trachten de laatste Nederlandse
stoomzeesleper weer in oude glorie te
doen herstellen. Dit heeft helaas niet zo
Het casco van de Ebro op het droge in de Sloe
haven te Vlissingen.
mogen zijn. Al het ijzer en staal van het
casco dreigde onder de handen van de
vele vrijwilligers die zich beijverden voor
het behoud van de Ebro, te verpulveren.
Verder voortgaan met herstel van het op
het oog nog vrij gave casco bleek onbe
gonnen werk.
In oktober 1989 berichtte de stichting haar
donateurs dat het restauratieproject was
beëindigd en dat het casco ter sloop zou
worden aangeboden.
Frans A.J. Minneboo
De foto's bij dit artikel zijn afkomstig uit de
collectie van de auteur.