2
daags tevoren vertrokken te zijn. Met het
paspoort, dat hem zes rijksdaalders had
gekost, keerde hij terug naar Kopenhagen.
Na een kort verblijf in deze stad begaf hij
zich naar Hamburg, waar hij het paspoort
aan de man probeerde te brengen. Maar
omdat dat niet lukte en de nood hoog
begon te worden, verzon hij een list. Hij
ging naar een schoolmeester die op het
kerkhof bij de beurs woonde, en vroeg
hem een obligatie te schrijven. Er moest in
komen staan dat de koning van Denemar
ken hem zesduizend gulden schuldig was,
die uitbetaald moest worden op de over
slag van Kiel. Om de handtekening van de
vorst te kunnen vervalsen, liet hij die
namaken uit het paspoort. Toen de school
meester ermee klaar was, kreeg hij voor
zijn moeite twee- of drieënveertig stuivers.
Om het document echt te doen lijken,
maakte Johannes de was waarmee het
zegel op het paspoort was bevestigd,
warm. Hierdoor liet het zegel gemakkelijk
los, waarna hij het op de obligatie plakte.
Daarna liet hij het waardepapier door een
makelaar veilen op de Hamburgse beurs.
Voor vierduizend rijksdaalders wisselde het
van eigenaar. Koper werd de Hamburgse
koopman Gabriel Marcelis. Hij gaf er een
snoer parels voor, dat getaxeerd was op
vijfhonderd rijksdaalders, en eenzelfde
bedrag contant. Voor de rest ontving
Johannes een wissel op naam van diens
zoon Naersijn Beslonthout Celius Marcelis,
die in Amsterdam woonde. Op vertoon
ervan moest hij hem duizend rijksdaalders
contant en de andere tweeduizend na zes
weken uitbetalen.
Met de buit op zak reisde Johannes naar
Amsterdam, waar hij de rest van het ver
mogen incasseerde. Toen dat was
gebeurd, keerde hij als rijk man terug in
Middelburg, waar hij zijn oude schulden
vereffende.
Maar zo gemakkelijk kwam hij er niet van
af, want intussen was het bedrog uitgeko
men en was Celius Marcelis naar Zeeland
afgereisd om Johannes te laten opsporen.
Toen Johannes begin augustus 1634 op
bezoek was bij zijn zwager in Philippine,
werd hij daar door gerechtsdienaren in de
kraag gevat. Ze brachten hem over naar
de gevangenis, waar hij aan een streng
verhoor werd onderworpen.
Dankzij dit verhoor, waarvan een afschrift
bij de Veerse vierschaar is terechtgeko
men, weten wij nu welke streken Johannes
heeft uitgehaald. Waar zijn berechting
heeft plaatsgevonden en hoe dit is afgelo
pen, is niet bekend. Wel kunnen we ervan
uitgaan dat hij voor deze zwendel zwaar
gestraft zal zijn.
J.H. Midavaine
Geraadpleegde literatuur en bronnen:
- Zeeuws Archief (ZA), Rechterlijk Archief
Zeeuwse Eilanden, inventarisnummer 354a.
- ZA, Archief, vroegere en latere mededelingen
voornamelijk in betrekking tot Zeeland, 1952-
1953, blz. 38.