was. Half september stond hem echter opnieuw een onaangename verrassing te wachten. Op een nacht waren er weer ver schillende fruitbomen in zijn tuin omgehakt en ook dit keer lag er een briefje. Hierin stond dat "die ravagie en destructie was geschiet, zoo omdat des gemelten predi cant voorgemelten vader tegens hem pro cedeerde als omdat hij hem de huur niet hadde voldaan", en de schrijver had eraan toegevoegd dat "den predicant sig voor erger soude wagten en dat, ten sij de voor schreven huur aan hem betaalt wierde, de plagen niet souden ophouden, maar in het kort vernieuwd ende verswaart werden." Ontzet door zoveel geweld schreef de pre dikant op 24 september vanuit Middelburg een brief aan het Veerse stadsbestuur. Hij loofde een som van tweehonderd gulden uit als de booswicht gepakt en gevangen gezet zou worden. Op zaterdag 29 september werd de kwes tie behandeld. Burgemeesters, schepenen en raden waren het er allen over eens dat de schrijver van de dreigbrieven achter slot en grendel moest worden gezet. De secre taris kreeg de opdracht een publicatie uit te vaardigen om de inwoners hiervan op de hoogte te stellen. De woensdag erop werd de publicatie vanaf het bordes van het stadhuis voorgelezen en daarna op het mededelingenbord aangeplakt. Maar van Piet Geldof was geen spoor meer te bekennen. Twee brieven Het bleef stil tot 9 november. Toen werden er in Veere twee brieven bezorgd. De eer ste bij de baljuw, waarin Piet Geldof zijn ongenoegen kenbaar maakte over zijn ver banning van Veers grondgebied op 28 april. De kopie van de resolutie, die de stadsbode hem had overhandigd, zat er netjes opgevouwen bij. Piet had het recht in eigen hand genomen en schreef dat hij "met de voorschreven resolutie niet te doen had". Hij zou er zich niet meer aan houden en ook niet uit het verboden gebied wegblijven. In de tweede brief, gericht aan burgemees ter Haak Kerkman, gaf Piet Geldof met "eenige vuijle woorden kennisse dat het voorn, extract hadde te rugge geson- den aan den gem. Heer Bailliuw". Beide brieven waren ondertekend en gedateerd "Oost Souburg, den 8 novemb. 1731". Ze vormden een grove belediging voor de edelachtbare heren en het stads bestuur verzocht dan ook de regerende burgemeesters met de baljuw te overleg gen hoe men de afzender het beste te pakken kon krijgen en overbrengen naar de Montfoortse toren. Omdat bekend was dat Piet Geldof zich in Oost-Souburg bevond, besloot men een boodschap te sturen naar burgemeester Wijnkelman van Vlissingen met het verzoek Piet in Oost- Souburg te laten arresteren. Op 13 novem ber, een dag nadat de brief was aangeko men, werd hij door enige Vlissingse gerechtsdienaren in de kraag gevat en overgebracht naar de Montfoortse toren, waar hij werd opgesloten in een cel in het middelste rondeel. In de Montfoortse toren De gevangenis dateerde van 1503 en was gebouwd in opdracht van de tweede man van Anna van Borsele, Lodewijk van Montfoort, naar wie hij ook is vernoemd. De toren stond op wat tegenwoordig de hoek is van de Torenwal en het Kanaal door Walcheren en heeft tot 1811 dienst gedaan. Negen jaar later is hij gesloopt.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 36