deren controleren op hoofdluis en als deze worden aangetroffen, moeten ze actie ondernemen. Vroeger dacht men dat kinderen die luizen hadden, arm, vies en asociaal waren. Inmiddels weten we beter: luizen zoeken op hun speurtocht naar voedsel meestal de schoonste hoofden op. Luizen vonden een beschut plekje onder de hoofdbedekking. (Illustratie 'negenstekke' uit het Supplement van het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten, pentekening Jo Jobse) In de achttiende eeuw was het in de Mid delburgse weeshuizen verplicht om op maandag, woensdag en vrijdag luizen te vangen. "De kinderen zochten bij elkaar naar het altijd aanwezige ongedierte en hemden en hoofden kwamen nog eens onder het inspecterend oog van de binnen vader. Zo kon men een grote plaag in toom houden", schrijft J.L. Kool-Blokland in haar boek De Zorg Gewogen. Ze schrijft verder: "In de instructie werd het belang van deze activiteit benadrukt en de vader en moeder op het hart gebonden 'neerstigh sorge' te dragen dat de kinderen 'van hooft tot de voeten' behoorlijk gezuiverd werden van ongedierte." Willem Gabriëlse (1908-1999) schrijft in zijn boek 't Oude Westkappelse leefpa troon dat er in Westkapelle gezinnen waren waar een luizenplaag heerste. De kinderen brachten de hoofdluis via school en spel mee naar huis. Gabriël se schrijft: "Was een kinderhoofd met te veel luizen bezet (bij een goede reinigingsbeurt konden tien a twintig luizen en soms meer worden gevangen), dan gingen de luizen zich verplaat sen. Nette moeders, en die waren er gelukkig veel [in West kapelle], onderzochten dagelijks de hoofden van hun kroost. Zij deden dit met een zeer fijne kam met scherpe tanden, een zogenaamde luizenkam. Bij jon gens met hun kortgeknipte haren was dat redelijk te doen. Moeder kwam dan met een vloerblik en de kam. Je moest dan met de knieën op de vloer en het hoofd voorovergebogen over het vloerblik op moeders schoot hangen. De kam werd net zo lang door je haren gehaald tot moeder zei: 'Voor vandaag is het genoeg.' Met de nagel van haar duim werden de luizen op het vloerblik doodge drukt. Bij meisjes met hun lange, volle haartooi, was het moeilijker. De tranen kwamen dan wel eens voor de dag. Moe der, het doet zo'n pijn! De speciaal voor luizenbestrijding gemaakte kam, waarvan de tanden zeer nauw tegen elkaar ston den, wilde haast niet door de volle meis- jeslokken." Om de luizen te bestrijden gebruikte men petroleum, azijn, groene zeep of teerzeep.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 40