eerder van politieke dan van financiële
aard.
In ieder geval deed de stadsregering van
Middelburg er alles aan om de komst van
de stadhouder zo ordelijk mogelijk te laten
verlopen. Er werd een verzoek ingediend
bij de Gecommitteerde Raden van Zeeland
om drie compagnieën Zwitsers uit de ste
den Veere, Vlissingen en Middelburg te
laten binnentrekken om "binnen deeze
Stad te komen guarnizoen te houden".
Op de 14de juni trokken de Zwitserse
compagnieën Middelburg binnen, met vlie
gende vaandels en slaande trom, en ver
zamelden zich op de Grote Markt. Toen de
burgemeester, de secretaris en de stads
boden zich naar het stadhuis begaven,
werd een défilé gehouden door deze Zwit
serse compagnieën.
Saluutschoten
Een dag later vertrok ook de stadhouder
lijke familie naar Zeeland. Tijdens de reis
deden zij onderweg 's-Hertogenbosch,
Breda en Bergen op Zoom aan. In deze
laatste stad scheepte de familie zich in.
Op zondag 18 juni, na een reis van twee
dagen, arriveerde het gezelschap bij fort
Rammekens. Nauwelijks waren de stad
houderlijke jachten onder de wallen van
het fort gekomen, of het geschut vuurde
saluutschoten af vanuit het fort. Deze
saluutschoten werden door de jachten
onmiddellijk beantwoord. Daarna zeilden
de jachten de haven van Middelburg bin
nen. Om halfnegen 's ochtends bereikte
men de Oostpunt of de Kaai van de stad.
Op de Kaai stonden drommen mensen,
die allemaal hoopten een blik op de stad
houder en zijn familie te kunnen werpen.
Toen de stadhouder voet aan wal had
gezet, ging er een groot gejuich op.
Koetsen brachten het gezelschap dadelijk
naar de Abdij en het Prinsenhuis. Nog die
zelfde dag woonde de stadhouder, samen
met de leden van Gecommitteerde Raden
van Zeeland, een preek bij van dominee
Adriaan 's Gravezande in de Nieuwe Kerk.
Tijdens deze preek, die in het teken stond
van het pinksterfeest, zegende de dominee
het Huis van Oranje. Op diezelfde dag
werden in alle kerken in Middelburg de
zegeningen over het Oranjehuis uitgespro
ken.
Lofdichten
Op de 19de juni, daags na aankomst,
begaf de stadhouderlijke familie zich naar
het Middelburgse stadhuis waar zij welkom
werd geheten door de Middelburgse stads
regering, vertegenwoordigers van de Oost
en West-Indische Compagnie en vertegen
woordigers van de hervormde, Waalse en
Engelse kerken. Nadat deze vertegen
woordigers Willem V en zijn familie hadden
begroet, was het de beurt aan de verte
genwoordigers uit de dorpen rond Middel
burg, waarna de stadhouder besloot een
publieke audiëntie te houden op het stad
huis.
Na deze audiëntie werd Willem V begeleid
naar de Zeeuwse Statenvergadering, die
hij uit hoofde van zijn functie als Eerste
Edele' voorzat. Tijdens de vergadering
werd hij door de raadpensionaris en de
aanwezige statenleden getrakteerd op lof
tuitingen die 's avonds, staande de verga
dering, werden herhaald door "een groot
aantal Heeren en Dames van de eerste
rang". Van de politieke strijd tussen de
familie Van Citters en de stadhouder was
geen greintje te bespeuren.
De sfeer in de stad was buitengewoon
goed te noemen, als je de bronnen mag