de voornaamste koopsteden van Europa, waarbij het zelfs Middelburg naar de kroon stak. Door verzanding van de Arne raakte het stadje in de zeventiende eeuw in ver val en behoorde het op den duur tot de armste plaatsen van Walcheren. In het begin van de negentiende eeuw telde het ongeveer 1200 inwoners, waarvan het tegen een traktement van 75,- per jaar. Daar er in Arnemuiden sinds het vertrek van dokter De Jongh in 1815 geen arts meer was - alleen nog een oude vroed vrouw, mejuffrouw Vermeulen -, hadden de meeste gegoede bewoners een arts in Middelburg. Omdat ze eerst de kat uit de boom wilden kijken en niet bereid waren merendeel onder erbarmelijke omstandig heden leefde, met onder andere te veel mensen in lage vochtige huisjes. Invloed kerkenraad In augustus 1821 kwam er een verzoek bij het gemeentebestuur van Arnemuiden bin nen van Josephus Hendrikus van Opdorp, "behoorlijk geëxamineerd en geadmitteerd heel- en vroedmeester, verlangend zich hier te vestigen". Daar werd positief op gereageerd. Op 5 september 1821 vestigde Van Op- dorp zich hier als heel- en vroedmeester Gezicht in een straatje te Arnemuiden; aquarel door A.H. Bakhuyzen, 1867. (Zeeuwse Ency clopedie, pag. 67) onmiddellijk naar van Osdorp over te gaan, liep de praktijk niet geweldig. Daarbij kwam dat Van Osdorp kerkelijk niet bepaald meelevend was, wat voor de bevolking van Arnemuiden zwaar meetelde. In 1822 deed Van Opdorp zijn beklag bij de Provinciale Geneeskundige Commissie over een zeke re Lahr, heel- en vroedmeester te Middel burg, die: "alhier in overtreding der wet praktijk uitoefent ten huize van C. Meer-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 25