IJspret in
Middelburg
In mijn jeugd, vóór 1940, waren er nogal
eens winters met een flinke vorstperiode
waarin geschaatst kon worden. In Middel
burg betekende dat schaatsen op de vest.
Daar verzamelden zich de schaatsliefheb
bers en ze maakten er een echt volksfeest
van.
Bij het eerste nachtvorstje was er de stille
hoop dat de vorst zou doorzetten. Als die
hoop dan na enkele dagen in vervulling
ging, werden de schaatsen opgezocht.
Behalve wat fanatiekelingen die het boe
renland introkken op zoek naar plassen
naast overgelopen sloten waarop al ge
schaatst kon worden, wachtte de overgrote
meerderheid ongeduldig op het bericht dat
het ijs op de vest was goedgekeurd.
Het keuren van het ijs op de vest was een
serieuze aangelegenheid; het werd door
ambtenaren van Gemeentewerken ge
daan. Op willekeurige plekken boorden zij
gaatjes in het ijs en maten de dikte. Als het
ijs ten minste zes centimeter dik was en de
voorspelling was dat de vorst zou aanhou
den, volgde de officiële goedkeuring. Het
bericht van die goedkeuring ging als een
lopend vuurtje door de stad en in zeer
korte tijd waren de oevers van de vest
bezet met honderden mensen, jong en
oud, die bezig waren de schaatsen onder
te binden. Friese doorlopers waren in de
meerderheid, een enkeling reed nog op
oud-Hollandse schaatsen met aan de
voorkant een ijzeren krul, en dan had je
nog de zogenaamde ruiters, de voorlopers
van de kunstschaatsen. Echte kunst
schaatsen en noren waren toen nog een
zeldzaamheid.
Wat waren we toen een braaf volkje! Voor
dat de vest werd goedgekeurd betrad
namelijk niemand het ijs. Straatjongens die
dat toch deden werden er door de politie
resoluut vanaf gestuurd.
Het schaatsen was gratis en aan wat los
geld had je op zulke dagen genoeg. Je
had hoogstens een paar centen nodig voor
de ondernemende man die als baanveger
ging fungeren en mogelijk voor een kop
hete chocolademelk. Die kocht je bij een
kraampje dat langs de kant als uit het niets
was verschenen. Daarin ging een onderne
mend echtpaar aan de slag met een grote
bus melk, wat cacao en suiker waarmee
ze op een vierpits petroleumtoestel een
lekkers brouwsel maakten.
Niet alle vesten rond Middelburg waren
voor iedereen vrij toegankelijk. Het rechte
stuk vest tussen de Seisbrug en de Grif
fioen werd altijd geclaimd door de Middel
burgse ijsclub. Alleen leden met hun lid
maatschapskaart zichtbaar op de kleding
mochten daar baantjes trekken, 's Avonds
was het daar met slierten elektrische lamp
jes verlicht en er werden ijsfeestjes, com
pleet met maskerades, georganiseerd.
Op de 'gratis' vesten werd 's avonds ook
geschaatst, maar daar met slechts het
schaarse licht van de maan en van de
straatlantaarns op de singels.
De ijspret duurde meestal maar enkele
dagen en de dooi maakte abrupt een eind
aan het ijsfeest.
Een grote uitzondering hierop was de win
ter van 1939/'40 toen er, met een korte
onderbreking, zes weken op de vest kon
worden geschaatst. Het was de winter van
de mobilisatie. De mensen gaven hun geld
wat makkelijker uit en velen kochten kunst
schaatsen die met een sleuteltje onder de
schoenen konden worden geschroefd.
Twee vrienden van me en ikzelf, alle drie
tieners, hadden ook kunstschaatsen ge
kocht en we begonnen daarop fanatiek van
alles te proberen. We trainden serieus en