leeftijd vanuit Indië naar Den Haag) en Mata Hari (woonde na haar terugkeer ook een tijd in Den Haag), die haar inspiratie voor haar dansen had opgedaan in Indië. Genoeg, dachten we als activiteitencom missie, om deze kant van Den Haag eens voor het voetlicht te halen. Na de lunch (vrije invulling) gaan we ook Den Haag eens van de waterkant bekijken. Het programma wisselt dan wat de wande ling en het bezoek aan Scheveningen betreft, met de morgengroep. Meestal denk je bij varen aan steden als Amsterdam, Den Bosch of Utrecht, maar ook in Den Haag kun je een interessante vaartocht maken. Al in het jaar 1345 werd de eerste water weg van Den Haag naar het achterland gegraven, zodat schepen de stad konden bereiken. Deze waterweg bestaat voor een deel nog steeds (Zieke en Trek- of Haag- vliet). In de zeventiende eeuw werd op aandringen van prins Maurits een verdedi gingsgracht om Den Haag gegraven om de Spanjaarden buiten de stad te houden. Deze zeventiende-eeuwse grachtengordel bestaat nog steeds en geeft heel goed de grenzen van het toenmalige Den Haag aan. Onderweg komen we langs de zeventien de- en achttiende-eeuwse grachtenpanden en de woonhuizen van Paulus Potter, Jan van Gooyen en Jan Steen. Ook worden de tuinen van paleis Noordeinde, de koninklij ke stallen en schitterende negentiende- eeuwse villa's gepasseerd. Zelfs de moderne architectuur van de ministeries bij het Centraal Station kan je niet ontgaan! Als derde aandachtspunt bieden we u, klein maar fijn, Scheveningen aan. Een Scheveningen met de eeuwenoude traditie van de visserij, de daarmee verbonden beroepen, bijeengebracht in het Scheve ningen Muzee. In een klein, maar met lief de samengesteld museum, gesitueerd in een geheel gerestaureerd schoolgebouw uit 1877, wordt de geschiedenis van het vissersdorp en de badplaats getoond. De sfeer wordt bepaald door een originele badkoets die vroeger door paarden in zee werd getrokken. Ook de rieten strandstoe len roepen herinneringen op aan een strandverleden dat we in ons eigen Wal cheren ook van de kustplaats Domburg kennen. Stijlkamers laten de verschillende standen van de plaatselijke bevolking zien: arme vissers, middenstanders en welgestelde reders. De Scheveningse klederdracht ont breekt hierbij natuurlijk niet. Frappant zijn de overeenkomsten met onze Zeeuwse sieraden. De suppoosten, allen zelf oud vissers, weten alles over vroeger en vertel len er graag over. We sluiten dit bezoek af met een geleide wandeling door de paar echte oude straat jes die Scheveningen nog rijk is. Op de terugweg gebruiken we ons diner in het 180 jaar oude horecabedrijf De Gou den Leeuw in Terheijden. Dit is een eeu wenoude pleisterplaats. Het lag vroeger aan de weg van Breda naar Den Haag. Het schuttersgilde ontving Lodewijk Napo leon in die tijd. Ook hij gebruikte het maal in De Gouden Leeuw en de schutters be geleidden hem daarna nog een eind ver der op weg. Behalve een muur met oude ijsselsteentjes en de Franse kap van het restaurant, is nu niets meer te zien van de verhalen van het verleden. Rest ons hier een heerlijk diner aan het eind van de dag. Thuiskomst zal rond 22.00 uur zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 58