Panorama Domburg vanuit het westen, even eens eert detail van een steendruk uit het boekje 'Wandelingen door Nederland'. zo netjes en smaakvol aangebracht, dat het scheen of men de koning verwachtte; maar volstrekt niet, men verwachtte nie mand, zelfs ons niet en het was eenvoudig de dagelijkse versiering. Van daar kwamen wij in de rechterzijde van het gebouw waar grote zalen waren met zware gordijnen van rood fluweel. Onze gastheer bood ons verversingen aan, maar wij bedankten voor deze vriendelijkheid en daarop liet hij ons zijn bloemen en moestuin zien. In dat gedeelte van de tuin is een beukenhaag, zeer lang, verscheidene meters hoog en twee [meter] dik, zeer netjes geschoren, als het ware een muur! Na een aangena me wandeling in het bos, gingen wij op dezelfde plaats waar wij erin gekomen waren, er weder uit en namen afscheid, verrukt over alles wat wij gezien hadden en over deze hartelijke gastvrijheid. Deze vriendelijke gastheer is de heer Boddaert,11 rechter in de rechtbank te Middelburg. Dit fraaie buiten [Westhove] grenst wel degelijk aan zee, want nauwelijks hadden wij het verlaten of wij waren op het strand. Al de bijzonderheden die ik medegedeeld heb, zouden niet veel belang inboezemen, als men er niet door kon bewijzen dat men de duinen met bos kan beplanten en er heerlijke oasissen12 en begroeide plekken kan verkrijgen. De overeenkomst van deze duinen met die van Blankenberge en Oost ende is groot en het dal dat dit aardse paradijs bevat, waar wij zopas uitkwamen, is gelijk aan dat van de duinen van Blan kenberge aan de kant van Heijst. Even goed blootgesteld aan de wind, dezelfde grond, dezelfde toestand. En ik geloof toch niet dat de wind met meer kracht op onze kust zal blazen dan op deze uitstekende punt van Walcheren. De schepen of pinken begeven zich zeker meer naar binnen, want op de kust van Domburg ziet men er geen en is er zelfs geen plaats geschikt om te landen. Men kan dus hier geen zee tochtjes doen. Schone slaapster, wordt wakker Maar hoe komt het dat, terwijl Schevenin- gen zo bloeiend is, de zeebaden te Dom burg zo ten achteren zijn? En die voorwe reldlijke koetsen!13 Wat belet om ze te ver vangen door nette nieuwerwetse koetsjes? En waarom legt men geen tram,14 als men geen spoor van Middelburg naar zee wil leggen? Maar eigenlijk is het mij niet eens gebleken dat Domburg er aan hecht om een zeebadplaats te worden, en ik bemoei mij daar inderdaad met zaken die mij niet aangaan. Maar men moet zorgen dat

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 20