Reepveer
Het huis Oude Pont Veere B43-B44
Oceaan, op 6.00 graden zuiderbreedte en 72.00
graden oosterlengte, ongeveer halverwege Sri
Lanka (het oude Ceylon) en de Afrikaanse kust.
De eilandengroep was in de negentiende eeuw
Engels bezit.
4. Schiemansgaren werd aan boord van sche
pen gemaakt van uitgeplozen touw. Het bestaat
uit twee tot drie ineengesponnen garens. Het
was dun touw dat diende voor het bekleden
van dikker touwwerk, speciaal voor de uitein
den. (Bron: 'Woordenboek der Nederlandsche
Taal', deel 14, 's-Gravenhage-Leiden 1936.)
5. Kabelgaren, touw van dunne hennepdraden.
6. De eerste rijksveearts te Middelburg was
Jean Charles Kegelaar, die zich daar in 1833
vestigde.
Geraadpleegde literatuur:
- A. Human, 'Vee-artsenijkundig Magazijn'.
- C. Ojfringa, 'Van Gildestein naar Uithof', dl.
1, Utrecht 1971.
- E.P. Oldenkamp A.H.H.M. Mathijsen,
'Twee brieven aan Alexander Numan van J.H.
van Opdorp, heel- en vroedmeester te Arne-
muiden' in: Argos 22 (2000), p. 61-66.
- E.P. Oldenkamp, 'Gealimenteerde bedeelden',
De Wete 36 (2007), p. 22-28.
- J. de Vries, 'Veeartsen in Friesland (1800-
1850)', in: Argos 11 (1994), p. 9-25.
De oude pont
Er zullen niet veel inwoners van Veere zijn
die zich de oude pont kunnen herinneren,
maar misschien nog wel de pontsteiger
met helling (stoep), aan weerszijden van
het kanaal, vlak achter de zuidzijde van de
sluizen.
Het oude pontveer, dat onder andere land
bouwvoertuigen over het Kanaal door Wal
cheren vervoerde, lag zo'n 150 meter ver
der aan het eind van het jaagpad dat vroe
ger doorliep als rijwielpad naar Middelburg.
Dat jaagpad is sinds 1943 afgesloten.
Tegenwoordig ziet men op het eindpunt
een met steen verharde wegverbreding. Dit
was vroeger het pontveerterrein waarop
nog een tweede weg uitkwam die aan de
landzijde van de dijk liep. Deze weg voert
onder de ijzeren brug door langs de vest
en leidt naar de woningen bij de uitlaatslui-
zen van Polder Walcheren.
Op de plaats van de wegverbreding (eind
punt) is de dijk iets verlaagd en zijn er mei
doornheggen. Hier stond vroeger een mooi
fors gebouw waarin zich twee woningen
onder één kap bevonden, het pontknechts-
en het pontwachtershuis. Het pand had
aan de landzijde een stenen trap van acht
treden die naar de twee voordeuren voer
de. De voorzijde van het gebouw, aan de
kanaalzijde, was tevens waterkering voor
het geval er problemen zouden zijn met de
sluizen in het Kanaal door Walcheren.
Tegen de muren aan die zijde was een
stenen steunbeer met sponning gebouwd
met een doorlaat van tweeënhalve meter
breed en anderhalve meter hoog, die drie
meter doorliep in de dijk. Bij eventuele