breed, waarbij de middelste vensteras in
een risaliet is gevat, die wordt bekroond
door een timpaan. Dit is evenmin iets wat
je zou verwachten op het erf van een be
drijf. Het lijkt er dan ook op dat het gebouw
bedoeld was als buitenverblijf voor de
eigenaar van de molen.
De molen is opgericht door een gezel
schap ondernemers onder leiding van
Jacob Poley jr. Poley werd later eigenaar
van een tweede oliemolen, De Fortuyn, die
in 1739 was opgericht en net als De Ver
wachting aan de Vlissingseweg stond. Hij
was lid van de Sociëteit der Olieslagers te
Middelburg.7 Het is mogelijk dat Poley zelf
in Middelburg woonde en hij alleen of in
toerbeurt met zijn compagnons het huis bij
De Verwachting gebruikte als zomerverblijf.
Mogelijk was deze Poley verwant aan Jan
Poley die in 1775 een molen "tot het malen
van differente goederen" oprichtte die
eveneens aan de Vlissingse straatweg
stond.
Bij de acht houtzaagmolens bij Nieuw- en
Sint Joosland stond eveneens een koepel,
waar de vennoten zaken konden bespre
ken maar waarschijnlijk ook met vrouw en
kinderen een zondagmiddag konden
genieten.
Zoutketen
Niet alleen bij windmolens, ook bij zout
keten richtten de Walcherse eigenaren hun
siertuinen en buitenverblijven in. Een zout
keet is een bedrijf waar zout wordt gewon
nen uit gedolven turf.
Men kon in de achttiende eeuw aan de
noordzijde van het havenkanaal van Mid
delburg de "extra sterke, welbetimmerde
en op een zeer aangename en gelegen
Plaats staande Zoutkeet" aantreffen, waar
bij zich "een annexe Buitenplaats, ge
naamd Land- en Water-Zigt, met zijn Stal
ling en Koetshuis" bevond. In de zoutkeet
zelf werkte Cornelis Blaeze. De buiten
plaats zal bedoeld geweest zijn voor een
eigenaar uit de stad.8 Mogelijk dateerde
het huis uit 1744, toen eigenaar Johan de
Cliever verzocht om "van de ledige erve
aan de keete daar Blaas Cornelisse in
Oliemolen De Verwachting aan de Vlissingse
weg. (Tekening in kleur, z.n., z.j. [begin negen
tiende eeuw], coll. Zeeuws Archief, Zeeuws
Genootschap, Zelandia Illustrata deel II, nr.
793)
woont, de breedte van 22 voeten en dat
van de steenen pad tot aan de kille [te
gebruiken], teneinde aldaar een somer-
huys te doen bouwen."9
Overigens bezat De Cliever waarschijnlijk
een tweede, en grotere, buitenplaats:
(Groot) Valkenburg bij Meliskerke.10 Het
dicht bij de stad gelegen zomerhuis zal
van pas gekomen zijn op mooie zomerse