Het aantal leerlingen varieerde sterk. In 1812 waren het er 52, drie jaar later - met het vertrek van de Franse troepen was de belangstelling voor de Franse taal sterk afgenomen - nog maar 29. Een opgave van 1825 laat weer groei zien: het aantal leerlingen was tot 65 gestegen. Het spreekt vanzelf dat er voor zoveel leerlin gen - in de leeftijd van negen tot ongeveer twaalf jaar - een extra onderwijzer, een secondant, nodig was. Of Borking deze hulponderwijzer, zoals dat heel lang de gewoonte is geweest, uit eigen zak moest betalen en hem ook nog kost en inwoning had te verschaffen, is niet duidelijk. Wel is bekend dat hij er naast de secondant meestal nog een kwekeling op nahield. In 1833 trad zijn zestienjarige zoon Gijsber- tus als zodanig aan. Dat was voor pa mooi meegenomen: de jongen bleef thuis in de kost en zal van zijn vader slechts een geringe toelage hebben gekregen want hij moest het vak tenslotte nog leren! Gijsber- tus bezat de vierde, dus de laagste rang, maar hij had wel een 'aantekening' voor Frans, wat op de school voor jonge heren goed van pas kwam. Einde van de Franse school In 1842 hield de Franse school voor jonge heren op te bestaan. Als "Instituut voor middelbaar onderwijs" fuseerde ze met de Latijnse school, die voortaan Gymnasium zou heten. Het gymnasium bleef opleiden voor de universiteit en het instituut voor middelbaar onderwijs gaf algemeen vor mend eindonderwijs. In de Middelburgsche Courant van 3 sep tember 1842 deelden burgemeester en wethouders mee dat het Instituut voor middelbaar onderwijs op 1 oktober 1842, onder leiding van hoofdonderwijzer T.J. Gersen, in het vroegere schoolgebouw van de heer D. Borking Gzn op de Haringplaats "in werking zal worden gebragt". De een- endertigjarige Thierry Jan Gersen was vele jaren Borkings secondant. Ook hij had de eerste rang. Borking kreeg, uiteraard eervol, ontslag. Of er een afscheidsbijeenkomst voor hem is georganiseerd, was niet te achterhalen. De hoogte van het hem verleende pensioen was af te leiden uit het in zijn nalaten schap5 genoemde bedrag van 111,67 voor 2 maanden en 7 dagen. Het jaarlijks pensioen zal dus ongeveer 600,- zijn geweest. Borking verkocht zijn panden in de Span jaardstraat voor ruim 7.000,- en kocht voor 1.200,- een huis met erf in de Bogardstaat (D 56), waar hij en zijn vrouw Metje tot hun dood zouden blijven wonen. Tine Visser 2. ZA, handschriften 33.1 924. 2. ZA, handschriften 33.1 924. 3. ZA, 45.4. 4. Reinsma 1964. 5. ZA, memories van successie Middelburg, inv.nr. 458, nr. 2/5617.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 19