"Ben ik dronken?"
Het trieste levensverhaal van een Veerse predikant
Met ingang van 31 december 1817 werd
de Veerse lutherse predikant Jan David
Zimmerman wegens schandelijk gedrag
door koning Willem I uit zijn ambt ontsla
gen.
De lutherse kerk in Veere bestond toen
nog niet zo lang; tot het eind van de acht
tiende eeuw maakten de lutheranen deel
uit van de Middelburgse gemeente. Met de
komst van de Bataafse Republiek in 1795
werden kerk en staat gescheiden en was
de stichting van nieuwe kerkgenootschap
pen weer mogelijk. Ook de Veerse luthera
nen maakten hiervan dankbaar gebruik en
vroegen het stadsbestuur toestemming
voor het stichten van een eigen gemeente.
Na een moeizame start vond op 7 maart
1800 ten huize van meester-bakker Jan
Willem Bouff bij de Zanddijkse Poort de
oprichtingsvergadering plaats en nog die
zelfde dag kocht de nieuwe gemeente van
de Nederduits Hervormde Kerk voor 60
Vlaamse ponden 360,-) de voormalige
Schotse kerk. Deze dateerde uit 1699, was
tegen de noordgevel van de huidige pro
testantse kerk aangebouwd en bestond uit
één beuk. Een orgel had men al in bezit.
Op pinkstermaandag 2 juni 1800 werd de
kerk met een dienst onder leiding van de
Vlissingse predikant J.S. Diephuizen in
gebruik genomen. Hij preekte naar aanlei
ding van Psalm 132 vers 7: "Wij willen in
Zijn woning gaan en aanbidden voor Zijn
voetbank." De kerk telde toen 58 lidmaten
en 60 kinderen. Het waren voor het meren
deel uit Duitsland afkomstige ambachtslie
den met hun gezinnen.
Dankzij een jaarlijkse ondersteuning van
200,- uit het Liefdefonds van de consis
torie van de lutherse kerk in Amsterdam,
kon in 1801 Bernhardus Josse Taddichem
als eerste predikant worden benoemd.
Helaas heeft hij de kerk niet lang mogen
dienen, want op 27 september van datzelf
de jaar stierf hij, twee dagen na de dood
van zijn vrouw. Beiden zijn op 2 oktober
1801 in de kerk begraven.
Voor zijn opvolger kocht de gemeente op
23 maart 1802 voor 76 Vlaamse ponden
456,-) een huis in de Kapellestraat, dat
als pastorie in gebruik genomen werd. Het
stond op de plaats waar nu het grasveld
voor De Korenmaat (de vroegere openbare
lagere school) ligt. De veelal jonge, pas
afgestudeerde predikanten volgden elkaar
hierna in rap tempo op.*
Toen in 1810 de ondersteuning uit Amster
dam door de waardevermindering (tiërce-
ring) van de Hollandse fondsen ophield,
moest de Veerse gemeenschap zelf in het
onderhoud van de predikant voorzien. Om
dat ze hiertoe niet in staat was, werd een
beroep op Napoleon gedaan, die een jaar
lijks bedrag van duizend francs toekende.
Jan David Zimmerman
Kort nadat dominee Eckhart in 1812 naar
Vlissingen was beroepen, kwam Jan David
Zimmerman als proponent naar Veere. Hij
was in 1788 te Amsterdam geboren als
zoon van David Zimmerman en Catharina
Jacoba Decker. Hij had letteren gestudeerd
aan de universiteit in Leiden, waar hij op
14 september 1807 was ingeschreven.
Vervolgens had hij op kosten van het Lief
defonds van de lutherse kerk een theolo
giestudie in Duitsland gevolgd. Omdat de
24-jarige predikant bij zijn komst in Veere
nog ongehuwd was, nam hij zijn intrek bij
de kashouder van de kerk, meester-