schoenmaker Pieter Geijs, in de Stadhuis
straat. De leegstaande pastorie werd in
februari 1813 voor 750,- verkocht aan
Willem Heiliger, die er een winkel begon.
Op 15 mei 1813 werd Zimmerman als pre
dikant beroepen.
Midden in de woelige Franse tijd werd op 1
augustus 1813 het militaire hospitaal uit
Middelburg naar de Grote Kerk te Veere
verplaatst, waar het gevestigd bleef tot 14
mei 1814. Deze kerk was al in 1811 door
de Fransen in beslag genomen en had een
grondige verbouwing ondergaan, waarbij
onder andere vijf zolders aangelegd
waren. In deze periode zijn 704 soldaten in
de Grote Kerk gestorven, de meesten als
gevolg van de Zeeuwse koortsen.
Eind 1813 werd ook de Kleine Kerk door
de Fransen geconfisqueerd en tot bomvrije
kazerne verbouwd. Hierna maakten de
hervormden gebruik van de lutherse kerk.
In de laatste week van dat jaar ontving ook
de lutherse kerkenraad bericht dat de kerk
binnen vier dagen moest worden ontruimd.
Omdat men meende dat de tijd hiervoor te
kort was en Veere geen protestantse kerk
meer zou overhouden, werd een commis
sie gevormd, bestaande uit ds. Renier
namens de hervormde gemeente, ds. Zim
merman namens de lutherse gemeente en
één ouderling van iedere kerk. Na ge
sprekken met de prefect en de sous-pre
fect in Middelburg en commandant Doré
van de Franse troepen in Veere, kon wor
den voorkomen dat de lutherse kerk moest
worden ontruimd. Intussen was het aantal
lutheranen in de stad flink gedaald. Door
de slechte economische situatie waren er
van de ruim honderd nog slechts 85 over,
waaronder 66 lidmaten. De handel lag stil.
De stad was door de geleden oorlogsscha
de nagenoeg bankroet en kon daarom
geen nieuwe bedrijven aantrekken.
In mei 1814 verlieten de Fransen Zeeland
en keerde de rust weer. Maar niet in de
lutherse kerk, waar dominee Zimmerman
een jaar later onenigheid kreeg met zijn
kostbaas Pieter Geijs en diens vrouw. Dit
leidde er ten slotte toe dat hij een ander
onderkomen zocht.
N
.V
Het cachet van de Veerse lutherse gemeente
toont een staande zwaan met het jaartal 1800
en het opschrift "De Lutherse Gemeente van
Veere". (Archief van de Lutherse Gemeente te
Middelburg, inv.nr. 220)
In 1816 typeerde Zimmerman het echtpaar
Geijs in een brief aan de consistorie in
Amsterdam als volgt: "Deeze man is zo
geraffineerd als zijne vrouw brutaal, welke
laatste hoewel niet van onze gemeente
echter de luthersche Gemeente in Ter
Veere dirigeerd en gelijk ik misschien zou
kunnen aantoonen hare invloed exerceerd
tot over de Schelde. Het zal u eerwaarde
belachelijk voorkomen en het is toch zoo
dat er eene cabaal van deeze man en
vrouw met de schoolmeester in de Groede
geëxisteerd heeft tegen het beroepen
aldaar, waarbij het belang van de laatste
was in de pastory te blijven woonen. Bij dit
noble paar 't welk in zich alles vereenigd