Vadertje L' De kaern wil nie beutere en dan vooral haar spullen. Ze was twee dagen bezig met de was en had hiervoor zeep en stijfsel nodig. Tot nu toe heb ik in geen enkele inventaris zeep of stijfsel ge vonden. Het was overigens geen hoge kos tenpost: 3 schellingen, ongeveer 0,40. De rekening werd bijna een jaar na het overlijden van Joris Hillebrants aan Joos uit r Itcii lij vi u lijii Scc-u /Ovj uti C i» (cf oB uBH-iJuljS XrcttiC Jt' I) Icf 10 Oo. -t/foSC' J Los briefje bij de doodschulden van Joris Hille brants. (Zeeuws Archief, Rechterlijke Archie ven Zeeuwse Eilanden, RAZE 10, inv.nr. 1106 CC) Janse Langebeke voldaan. Tussen de papieren van de doodschulden ligt een los Tot ongeveer 1940 maakten Walcherse boerinnen boter. Zij karnden twee of drie keer per week. Soms lukte het botermaken niet omdat er zure of bedorven room bij zat. Dan zei de boerin: "De kaern wil nie beutere" (de karnton wil geen boter maken). briefje. Daarop is het volgende te lezen: "ick ondergeschreven bekenne kallijvijsee- re mijn soon joos janselangebeke tot de rekenijnge van joris hillebrantse. Dit is merk C van mijn moeder. Den 11 desem- ber 1736." De moeder van Joos kan niet schrijven en tekent met een merk. Blijkbaar werd Joos Janse Langebeke hiermee door zijn moeder gemachtigd om de rekening van Joris Hillebrantse af te handelen. Hele maal zeker is dit overigens niet, want wat "kallijvijseere" betekent, heb ik nog niet ontdekt. Zo blijft de weeskamer toch weer iets geheim houden. Ida Doorenweerd 1. Zeeuws Archief, Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden (RAZE) toegang 10: Wees kamer landvierschaar Veere. Inv.nr. 1106. 2. www.thema.delft.nl. 3. Een Vlaams pond was 20 schellingen of 240 groten. Eén schelling was 12 groten. De nota tie was achtereenvolgens: ponden, schellingen, groten. Eén pond Vlaams zvas gelijk aan 6-, dus nu ongeveer 2,72. t Zuivel Op Walcheren heeft de boterbereiding, als je het vergelijkt met de situatie in Holland en Friesland, nooit een grote rol gespeeld. Een klein deel van de boerenboter gebruik te men zelf en de rest werd aan particulie-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 32