/G Van de redactie \>IM^ Een nieuw jaar met goede voornemens en voor allen de beste wensen. De Wete is geleidelijk aan gegroeid tot een flink kwartaaltijdschrift met boeiende arti kelen en mooie illustraties waarin u menig uurtje kunt lezen over het wel en wee van ons mooie Walcheren. Alhoewel mijn belangstelling voor geschie denis en toekomst van Walcheren onver minderd is, voel ik me helaas gedwongen het eindredacteurswerk te beëindigen. Eén jaar geleden ben ik begonnen met creatief teken- en schilderwerk in mijn onlangs geopende atelier-galerie. Vanwege de onverwacht grote omvang van het eind- redactiewerk, dat om niet gebeurt, is de belasting voor mij zodanig dat ik niet aan de nodige productie van vrij teken- en Walcheren Het land waar zee en land elkaar ontmoeten, waar luchten lichter lijken door 't weerkaatsen van de zee. De branding klinkt en komt de kust begroeten, het eeuwig ruisen stemt het innerlijk tevree. Damp dekt de velden met een donzen deken, waar akkers blonken als een spieg'lend oog, doet 't alles aan de kim verbleken. Een torenspits piekt rank omhoog. Schuren en stallen worden één met het land, klampen zich vast aan de donkere aarde. De zon die met zijn laatste stralen brandt warmt even nog het duin, dat 't neveldek nog spaarde. Dan rust het land, beschermd door dijk en duin slaapt mens en dier in vrijheid en tevreden. Levend in Zeelands tuin, geschenk van het verleden. 3ö| M schilderwerk toekom. Dat deze feiten zo liggen, spijt mij. Ik heb met heel veel plezier dit 'werk' voor De Wete gedaan, maar omdat mijn creati viteit en inkomen door tijdgebrek te zwaar onder druk zijn komen te staan, voel ik me genoodzaakt met het eindredacteurschap te stoppen. Omdat deze gang van zaken mij steeds duidelijker werd, heb ik in juli jl. aan het HKW-bestuur gemeld minder uren aan het redactiewerk te willen besteden en het te willen overdragen. Met ingang van januari 2008 beëindig ik het eindredacteurschap. Ik dank allen die in deze periode een bij drage hebben geleverd aan de uitgave van De Wete. Jo Jobse

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 4