mee. Wat een krent. Toen kwam de riet dekker. Het dak werd eerst gedekt met riet waaroverheen dakpannen werden gelegd. Met de rietdekker mocht ik mee het dak op. Hij zette mij vast aan een touw."9 De grond Hoewel uit de bodemkaart van Walcheren10 valt op te maken dat de hofstede nog net op een uitloper van een hoger gelegen kreekrug ligt, is op Middenhof de verdeling van de grond ongunstig: slechts 34 procent bouwland tegen 66 procent weiland. Jacobus Arendse herinnert zich veel veld namen uit de jaren twintig en dertig: "Onze weilanden en akkergrond hadden allemaal een naam. De hofwei, notenboomwei, var kenswei, hoge wei, padwei, knuutsweitjes, baanwei, kalverwei, sprinkwei, kemperbie- zenwei, zandputwei en de nieuwe wei. De akkergrond was de boomgaard, voor het huis, het baantje, het stenen padje, de hoge meete, knuut, vijverstukje en 't eiland."11 De oudste geschiedenis Op de beroemde kaart van Walcheren van de gebroeders Hattinga is de boerderij, naast molen De Pere uit 1725, langs het "Steene Gaanpad van Vlissingen op Mid delburg", op de grens met Oost-Souburg, duidelijk te zien. Maar we kunnen nog ver der terug in de tijd. Bij de afbraak van de hofstede in 1950 werd geschat dat de woning, de bakkeet en het varkenskot dateerden van rond 1650. Maar nog ruim vóór dat jaar was er al sprake van een boerderij op deze plaats. J.W.F. Dorleijn noemt in zijn Het geslacht Dorleijn in Zeeland. Verslag van een genealogisch onderzoek en in zijn Voortge zet onderzoek ene Janes de Moor als oudst bekende eigenaar die in 1589 een hofstede met 7 gemeten en 142,5 roeden (2,9 ha) in het Pier Coppoolsblok verkocht aan ene Marten Cornelisse. Daarna veran derde het hof in de loop der jaren nog vele malen van eigenaar. Begin achttiende eeuw verbouwde een van die achtereenvolgende eigenaars, een zekere mr. Daniel Vincentius, het pand: hij "heeft het oud huis vernieuwt, en zo hoog opgetrokken."12 Bij een verkoop in 1758 blijkt de hofstede Het roode Hek te heten; de naam Midden hof ontstond pas later. Na 1774, Dorleijn Op 1 mei 1774 komt de hofstede, met de ernaast gelegen boerderij, in handen van Leendert Dorleijn. Leendert is geboren in 1742 in Aagtekerke als zoon van een "Meester-stroodekker". Rond zijn twintigste trouwt hij met een meisje uit West-Sou burg, Magdalena de Wolf, en gaat in Oost- Souburg wonen. Bij de koop van de hofste den sluit hij een lening af voor 1100, die hij in 1789 al heeft afgelost. De zaken gaan kennelijk goed. In het gezinsleven gaat het minder, want zeven van de negen kinderen overlijden op jonge leeftijd en Magdalena overlijdt in 1780. Drie jaar later hertrouwt Leendert met de 22 jaar jongere Neeltje Westveer uit Nieuwland. Zij krijgen samen zes kinderen, vijf dochters en één zoon. In 1783 blijkt de tweede hofstede, die al vervallen was, afgebroken te zijn. Leendert Dorleijn laat de hofstede bij zijn overlijden in 1806 na aan zijn vrouw Neel tje Westveer en zijn acht kinderen. Daar door behoort Neeltje Westveer in 1832 tot de tien belangrijkste grondbezittende natuurlijke personen van West-Souburg. Deze tien grondbezitters bezitten samen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 18