niet via de aanbouw. Op het dak staat een schoorsteen en dat wijst op een vuurplaats of kachel en vanuit die gedachtegang kan men voorzichtig concluderen dat zich in het noordelijk deel van de aanbouw een opslagruimte voor onder meer brandstof bevond. son (gevangeniscel) aangebouwd. Uit die tijd moet ook de uitdrukking "jij belandt nog eens onder den toren" dateren. Dat werd je als kind in de jaren vijftig nogal eens aan gewreven wanneer je betrapt was bij het bogeren of als je ander ontoelaatbaar gedrag vertoond had. Of het een uitslui tend plaatselijke uitdrukking was, is mij niet Koudekerke Uitg. F. B. den Boer, Middelburg. De consistorie zoals deze in 1866 tot stand kwam, ca. 1900. Aan de oostkant is de deur van het brandspuithuisje te zien, en de aanslui ting van het schuine dak tot aan de goot van het kerkdak. Tussen de kerk en de consistorie loopt de iveinig sierlijke regenpijpconstructie. Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelan- dia lllustrata, prentbriefkaarten, cat.nr. Z/-P- 524) Aanpassing en verbouwing In 1827 werd de aanbouw drastisch aan gepast. Het bouwsel werd vergroot en er werden een brandspuithuisje en een pri- bekend. Wellicht hebben zich in andere dorpen en steden ook prisons onder de toren bevonden. Het brandspuithuisje en de prison vormden één geheel met de consistoriekamer en stonden dus op ker kelijke grond. De nieuwe afmeting bedroeg 2,70 x 5,80 meter en de verbouwingskos- ten 285,-) waren voor rekening van de gemeente. Aannemer en bouwer was L. Heijbloem. De oudste kadastrale kaart van het Dorpsplein dateert uit 1830. Misschien gebruikte men de aanbouw conform de situatie zoals ze in 1857 werd geaquarel leerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 26