Zomers werden de snijbonen ook inge
maakt. Tussen de laagjes snijbonen strooi
de men dan een laagje zout. Deze zoute
bonen werden 's winters gegeten.
De maaltijd werd besloten met een toetje
van witte of rode jenievers (aalbessen),
beiers (kruisbessen), frinzen (aardbeien),
pruimen, vijgen of noten.
werden gehutseld. Bij stamppot van aard
appelen met rode- of savooiekool at men
vaak gestopte varkensworst. Gebouwde
peen was stamppot van aardappelen met
stukjes winterpeen en stukjes gebakken
spek. Stamppot van aardappelen, uien en
stukjes gebakken spek was gebouwde
juun. Hierbij werd geen jus van varkensvet
De Walcherse hoerenkamer in het museum van
het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen te Middelburg (1890-1902).
De getoonde drachten dateren van het begin tot
en met het derde kzoart van de negentiende
eeuw. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap,
Zelandia lllustrata, prentbriefkaarten, cat.nr.
ZI-P-03442)
Winterkost
In de winter at men vaak stamppot. Stamp
pot werd gebouwd eten genoemd, omdat
de aardappelen, groente, jus van varkens
vet en soms ook het vlees door elkaar
gebruikt maar jus van boerenboter en azijn.
Stamppot van aardappelen met veldsla
werd bereid met stukjes gebakken spek en
azijn. Boerenkool was toen nog een vrij
onbekend voedsel op Walcheren. En
spruitjes waren te kostbaar, dat was voed
sel voor de deftige lui in de stad.
Van wittekool maakte men zuurkool. In het
najaar werd de wittekool fijngesneden en
in een pot of vat gedaan. Tussen de laag
jes kool werd, net als bij de snijbonen, zout
gestrooid. De pot werd met een doek, met
daarop een plankje waar een steen op lag,
afgedekt. Na vier a vijf weken was de zuur-