Zwanenburg
Van heerlijk huis tot boerderij te
Koudekerke
v\
Ongeveer tussen 1600 en 1750 heeft in de
uiterste zuidwesthoek van de heerlijkheid
Koudekerke het voorname Zwanenburg
gestaan, een buitenplaats met kasteelach
tige uitstraling. Hoe zag het geheel eruit,
wie waren de eigenaren en bewoners van
het lusthuis en van de hofstede en hoe
kwam Zwanenburg aan zijn naam?
Het heerlijk huis te Swanenburg
Het grondgebied dat destijds Koudekerke
omvatte, was groot te noemen, zeker voor
Walcherse begrippen. Diagonaal gezien
strekte het zich uit van de Middelburgse
veste, bij buitenplaats De Griffioen, tot aan
het duingebied bij de Nolle in Vlissingen.
Zwanenburg bevond zich direct aan de
kust op de hoger gelegen duinvoet. In de
huidige situatie kunnen we stellen dat
Zwanenburg lag tussen de banen van ten
nisclub D.O.S. in het Nollebos en de 'ver
lengde' Burgemeester Van Woelderenlaan
in Vlissingen.
Hoewel we de naam Zwanenburg regelma
tig tegenkomen, geven de beschikbare
bronnen niet veel concrete informatie prijs.
Toch krijgen we dankzij topografische
kaarten, overlopers, vergaarboeken, pren
ten en summiere beschrijvingen een vrij
goed beeld van de buitenplaats en het
gebied eromheen.
De eerste vermelding van Zwanenburg
- vroeger gespeld als Swanenburg(h) of
Swanenburch(t) - vinden we op de Zee-
landia Comitatus van Willem Blaeu. Naast
de vele dorpen en enkele steden op Wal
cheren worden slechts een paar belang
rijke buitens vermeld. Zwanenburg wordt
als een van die markante plekken aange
geven. Blaeu vervaardigde deze kaart tus-
Zwanenburg op de kaart van Walcheren van de
Hattinga's, ca. 1750. (Zeeuws Archief, Atlas
Hattinga Zeeland, deel I, nr. 16)
samengevoegd tot één groot perceel in het
desbetreffende gebied. Het gaat hoogst
waarschijnlijk om het perceel waarop
Zwanenburg werd gebouwd.
De bewoners
De bewoners van het indrukwekkende huis
waren lieden uit het 'edele en aanzienlijke'
geslacht Ingels. Leden van deze familie
bekleedden in de zestiende en zeventien
de eeuw hoge functies, zoals die van
gecommitteerde raad ter admiraliteit van
Zeeland, burgemeester van Vlissingen en
VOC-bestuurder. Mattheus Smallegange
schreef in zijn Nieuwe Cronyk van Zeeland
uit 1696 dat Apollonius Ingels - geboren in
het laatste kwart van de zestiende eeuw -
de bouwheer was van Zwanenburg. Zwa
nenburg werd gebouwd binnen de eerste
sen 1635 en 1638, maar baseerde zich op
oud materiaal. De kaart vertoont namelijk
de situatie van Zeeland uit de periode
1598-1615. De Overloper van de Westwa
tering uit 1622 bevestigt dat in de periode
ervoor een aantal kleinere percelen werd
Gesleefté «Slot
u fiucfi
c
^4^ XO
De Vyxrheter
a,