Het genoeglijke landmansleven"
Het leven van den Nieuw- en Sint Jooslandschen Landbouwer
gedurende de tweede helft der negentiende eeuw I
Vooraf
In 1940 schreef Ferdinand Polderdijk een
verhaal over het boerenleven in Nieuw
en Sint Joosland in de tweede helft van
de negentiende eeuw. Hij was toen tach
tig jaar oud en zijn gezichtsvermogen
was zeer beperkt. Misschien heeft hij zelf
de tekst in zijn toen bijna onleesbare
schrift genoteerd en heeft een van zijn
kinderen het overgeschreven. Sommige
passages doen vermoeden dat hij het
heeft gedicteerd. De stijl is in ieder geval
zwakker dan die van zijn eerdere publica
ties. Gezien de vele verbeteringen is het
stuk getypt door een 'amateur'. Soms liet
Polderdijk artikelen uittypen (en stenci
len) door boekhandel Van Sparrentak te
Middelburg. Deze artikelen oogden altijd
heel professioneel. Dit stuk is nooit eer
der gepubliceerd en is in het bezit van de
familie Polderdijk, woonachtig op de hof
stede Nieuwlandsrust in Nieuw- en Sint
Joosland.
Twee tips voor de lezer. Ten eerste: in het
stuk wordt voortdurend gesproken over
Wanneer op den Nieuwjaarsmorgen de
boerenknechts en dienstmeiden, na de
paarden te hebben gedrenkt en de koeien
te hebben gemolken, tegen zeven uren in
de woonkamer komen om het morgenmaal
te gebruiken, wenschen ze den boer en
zijn vrouw veel zegen in het nieuw begon
nen jaar, hetgeen door den boer en boerin
met een wederwoord wordt beantwoord.
Voor men echter het gewone ontbijt, dat
bestaat uit brood met een stukje spek of
rundvleesch en boterhammen gesmeerd
knechts (intern) en arbeiders (extern).
Het verschil wordt in de loop van het arti
kel wel duidelijk, maar niet elke lezer zal
dit wellicht oppakken. Ten tweede: Polder
dijk had duidelijke sociaal-maatschappe
lijke opvattingen. Hij was niet voor niets
lid van de Vrijzinnig-Democratische Bond.
Dit blijkt uit de kritische opmerkingen die
hij maakt over de lage lonen, de lange
werktijden en de leefomstandigheden,
met name van de arbeiders.
Het stuk heb ik qua inhoud, spelling,
interpunctie en lay-out zo letterlijk moge
lijk overgenomen. Opvallende typefouten
in de oorspronkelijke tekst (bijv. beren/
boeren) heb ik wel verbeterd. Niet alle
zinnen lopen even soepel, maar ze zijn
wel goed te begrijpen. Echter, alleen de
zeldzame keer wanneer dit niet het geval
was, bijvoorbeeld door het wegvallen van
één of meer woorden of door een ondui
delijke woordvolgorde, heb ik deze zo
simpel mogelijk hersteld.
Piet Zuijdweg
met reuzelvet nuttigt, wordt er door de
boerin eerst een glaasje likeur met een
paar punch- of anijsbeschuitjes gepresen
teerd. Als het ochtendmaal is geëindigd,
gaan de knechts de paarden en het vee
verzorgen, maar verder ligt het gewone
dagwerk stil, ook voor de arbeiders is het
dien dag vacantie.
Nauwlijks begint het 's morgens te lichten
of de stroom van Nieuwjaarswenschers
komt aan de deur. Het was n.l. in dien tijd
gebruikelijk, dat alle kinderen van minge-