Hij zei: "Dan zullen we wel zien of je het rozenblaadje bent dat op het water in de emmer blijft drijven." En ik werd toegelaten. Toch moest ik mij die eerste schoolweek steeds weer bij het arbeidsbureau melden omdat ze mij alsnog naar Duitsland wilden sturen. Daardoor kwam ik herhaaldelijk te laat op school. Toen meneer Visser - de directeur van de school - hoor de wat de oorzaak was, zorgde hij er persoonlijk voor dat het arbeidsbureau mij niet meer lastig viel. Het werk op school was tame lijk zwaar. Tijdens de les werd de tekst gedicteerd en later moesten we van het schoolbord de desbetreffende tekeningen overnemen. Het boek liet je zelf bij een boekbinder maken, want in de boekwinkels was niet veel meer te koop. Als je na school tijd niet klaar was, kwam je 's avonds terug en als je voor spertijd niet klaar was, bleef je maar op school overnachten. Tijdens de bezetting was er algehele ver duistering ingevoerd. Dit hield in dat - na het invallen van de avond - geen enkel straaltje licht uit de huizen te zien mocht zijn. Overvliegende vliegtuigen konden zo moeilijker bepalen waar ze waren. Ook de auto's moesten de koplampen afdekken met een hoesje, dat een klein spleetje openliet. Boven dit hoesje zat een kapje, dat de lichtuitstraling naar boven verhin derde. Wie nog een auto bezat moest iedere maand bij de Rijksverkeersinspectie een nieuwe rijvergunning aanvragen. Meestal kreeg men dan ongeveer tien liter benzine toegewezen. In deze verduisterde stad was het moeilijk om 's avonds vrienden te bezoeken of deel te nemen aan het verenigingsleven. En in duistere tijden had je daar juist zo'n be hoefte aan. In die tijd heb ik goed geleerd om op de stand van de maan te letten. Omdat de Duitsers een invasie op het Europese vasteland zagen aankomen, werd onder meer de kust van Nederland in staat van verdediging gebracht. Maar een en ander vorderde niet snel genoeg. Daarom werden alle leraren en leerlingen van de ambachtsschool opgeroepen om halve dagen voor de Wehr- macht te gaan werken. Op de buitenplaats Toorenvliedt moesten we in een ijskoude decembermaand helpen met het verslepen van kabels waarmee de bunkers in het park werden verbonden. Enige tijd later moest ik me melden op de schietbaan. Deze bevond zich aan de dijk die vanaf de begraafplaats van Middelburg naar Nieuw- land loopt. Het was daar streng beveiligd. Je moest een pasje hebben om via een slagboom en een schildwacht op het ter rein te komen. Bovenop het dijkje lag een smalspoor. Het rollend materieel bestond uit een onderstel met vier wielen, waarop een ijzeren bak was gezet. Er waren vier mannen met een lange stok voor nodig om het vehikel in beweging te zetten. Het was de bedoeling om op de begraafplaats de ijzeren bak met water te vullen. Het duurde heel lang tot de bak vol was omdat het water uit een gewo ne huishoudkraan kwam, en het duurde nog veel langer om het water - via het niet bepaald secuur aangelegde baantje - naar de bestemde plaats te brengen. Herhaal delijk kieperde de bak 'per ongeluk' om en Evert Blaas, geboren te Middelburg, 1924.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 26