Weeskamergeheimen 4
Een boedelinventaris
Een boedelinventaris kon om verschillende
redenen worden opgesteld: de uitvoering
van een testament, huwelijksvoorwaarden,
een ondercuratelestelling, een faillisse
ment, een gedwongen verkoop, of vanwe
ge het beheer of de verdeling van een
nalatenschap waarbij minderjarige erfge
namen betrokken waren. Het archief van
een weeskamer bevatte onder meer boe
delinventarissen die in verband met een
sterfgeval waren opgemaakt om de belan
gen van wezen te kunnen behartigen. In
het geval van minderjarige erfgenamen
moest na een overlijden door de familie of
door voogden aangifte gedaan worden van
de bezittingen, zodat ieder kind zijn deel
kon krijgen.
De weeskamer hield toezicht op het
beheer en eventueel op de verdeling van
de bezittingen en op de opvoeding van de
geheel of half verweesde kinderen tot zij
meerderjarig waren geworden. Dat kon ver
gaan. Wezen werden tegen vergoeding
van de kosten uitbesteed aan derden,
vaak om een vak te leren. Als de baten de
kosten overstegen werden de wezen jaar
lijks verhuurd en maakten de voogden een
mooie winst ten bate van de armenzorg.'
Adres en beroep van de overledene wor
den in de inventarissen van de weeskamer
van de landvierschaar Veere die ik onder
zocht, niet vermeld.2 Informatie over de
status van de personen is daardoor gering.
Informatie over rijkdom en sociale status
kan wel indirect worden verkregen door te
kijken naar waardevolle of bijzondere voor
werpen en de omvang van de inventaris.
Informatie over beroep en godsdienstige
oriëntatie kan ook worden afgeleid uit de
beschreven spullen.
In het archief van de Weeskamer van de
landvierschaar Veere vinden we vooral de
spullen van mensen op het platteland. In
deze boedels staan dan ook niet alleen
huisraad, kleding en sieraden beschreven,
maar ook de gewassen die nog op het
land stonden, de voorraad, het gereed
schap, de werktuigen en het vee. Aan de
hand hiervan ontstaat een beeld van de
wereld waarin mensen leefden.3
Momentopname
Een boedelinventaris geeft een momentop
name van het bezit en gebruik van goede
ren. Het ging daarbij vooral om de econo
mische waarde van de goederen. Goede
ren met een korte levensduur, levensmid
delen en goederen met tijdelijke waarde,
zoals almanakjes en pamfletten, komen
niet of nauwelijks in boedelinventarissen
voor. Wat wel van waarde werd geacht om
te beschrijven, verschilde van tijd tot tijd en
van plaats tot plaats. Hoe nauwkeurig iets
werd beschreven, hing vooral af van de
aangever en de opsteller van de boedel. In
de beschrijvingen komen regelmatig intri
gerende, algemene omschrijvingen voor,
zoals een partij boeken, enig aardewerk of
een partij "rommelinge". Kleding en schoe
nen waren waardevol: zelfs versleten kle
ding werd in inventarissen opgenomen.
Nagelvaste voorwerpen, zoals bedsteden,
vaste kasten en betegeling, werden niet
apart vermeld.
Een dergelijke boedelinventaris geeft ons
een mooi kijkje in het leven van mensen.
We komen te weten welke voorwerpen ze
in huis hadden en welke kleding ze droe
gen.4 Huisraad kan een zuivere gebruiks
functie hebben, maar veel voorwerpen