onherstelbaar verwoest. Kasteel Westhove,
het buitenverblijf van de abten van Middel
burg, raakte ook beschadigd maar bleef
voor verder verval behoed.
Den Hartog stelt dat het gezien de grote
kastelendichtheid in Zeeland, niet kon mis
sen dat het gewest ook een keur aan bui
tenplaatsen zou krijgen. Onder een buiten
plaats verstaat de auteur de eenheid van
een historisch landhuis met bijbehorende
bijgebouwen, waterpartijen en park. Soms
is een buitenplaats de kern van een uitge
breid landgoed, soms is er alleen maar
sprake van een huis met een tuin.
Willemijn Fock zoomt in op de interieurs
van drie Zeeuwse buitenplaatsen, waaron
der 't Huis te Oostkapelle en Toorenvliedt
(bij Middelburg). Zij doet dit aan de hand
van achttiende-eeuwse kasboeken uit de
archieven van de families die deze buitens
in bezit hadden. Uit het onderzoek van
Fock blijkt hoe rijk gedecoreerd de interi
eurs waren: meubelen, schilderijen,
behang, spiegels, houtsnij- en stucwerk.
Als vervolg hierop gaat Katie Heyning in
op de inrichting van de Walcherse buiten
huizen in de zeventiende en achttiende
eeuw. Heyning bespeurt aan de hand van
de verschillende familiearchieven zelfs een
zekere kooplust bij de Walcherse regenten.
Men was voortdurend bezig zowel het inte
rieur als het exterieur van het huis te ver
fraaien. Hiervoor werden vooral Walcherse
ambachtslieden zoals beeldhouwers, stuc
werkers en kamerbehangers ingehuurd.
Tuinsieraden (beelden en vazen), schilde
rijen, voorwerpen uit de Oost en de West,
serviezen en meubels liet men aanvoeren
via Middelburg, maar ook deed men aan
kopen in grote steden als Amsterdam en
Antwerpen en bezocht men veilingen.
Lilian Kusters beschrijft de geschiedenis
van de buitenplaatsen Landlust, Basse-
liershof, Hooge Duijn en 't Hof Duijnvliet,
gelegen in het Walcherse buitenplaatsge-
bied de Manteling, de duinrand tussen
Domburg en Oostkapelle. Eind achttiende
eeuw werden deze buitenplaatsen samen
gevoegd tot Duijnvliet, vanaf 1820 Hoog
duin genaamd. Van deze buitenplaats zijn
alleen nog restanten over, waarnaar enke
le jaren geleden onderzoek is gedaan. Ook
belicht Kusters de in 1839/'40 aangelegde
buitenplaats Duinvliet, gelegen in het voor
malige overbos van Hoogduin, aan de
andere kant van de Domburgseweg.
Met dit jaarboek heeft de Kastelenstichting
interessante aspecten belicht van de
Zeeuwse - en in het bijzonder de Walcher
se - buitenplaatsen, maar het zou toch
mooi zijn als hét standaardwerk over dit
onderwerp gerealiseerd werd. Hoe waar
devol zo'n publicatie kan zijn, hebben we
kunnen zien aan het boek over de Zeeuw
se streekdrachten dat in 2005 is versche
nen.
Leo Hollestelle
Elizabeth den Hartog (hoofdred.),
Aspecten van Zeeuwse buitenplaatsen
jaarboek 2006-2007 van de Kastelenstich
ting Holland en Zeeland, 2008, ISBN 978-
90-8559-372-0, prijs 17,50.
Meer informatie over deze stichting via:
www.kastelenhollandzeeland.nl.