redderd en verzwakt weer terugtrekken.
Tweederde van het Engelse bezettingsle
ger werd geveld door de beruchte Zeeuw
se koorts. De veldtocht kende in feite
alleen maar verliezers want ook Frankrijk
en het Koninkrijk Holland konden niet
terugkijken op een glorierijke campagne.
De Franse en Hollandse troepen hadden
zich bij de gevechten om Walcheren niet
bepaald heldhaftig gedragen, wat aanlei
ding gaf tot menig proces bij de diverse
krijgsraden.
In 2009 is het precies tweehonderd jaar
geleden dat deze beruchte invasie op Wal
cheren plaatsvond. Een goede reden voor
drs. T. van Gent, oud-docent aan het
Koninklijk Instituut voor de Marine en
tegenwoordig docent geschiedenis aan de
Roosevelt Academy, om te komen vertel
len over de Engelse militaire operatie in de
Scheldemonding, die alle betrokken partij
en graag zo snel mogelijk wilden vergeten.
Woensdag 29 oktober 2008, aula
Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg, aan
vang 20.00 uur.
Woensdag 19 november 2008
Lezing over vliedbergen in Zeeland
Waar de hunebedden als het cultuurhisto
risch symbool voor Drenthe gelden, zo
kunnen de Zeeuwse vliedbergen als beeld
merk voor deze provincie worden opgevat.
Dit komt enerzijds omdat vliedbergen zich
in het vrijwel vlakke Zeeuwse landschap
overduidelijk manifesteren en anderzijds -
de naam verwijst er al naar - omdat deze
elementen onlosmakelijk met de strijd van
de mens tegen de zee verbonden lijken te
zijn. De strijd tegen het water loopt als een
rode draad door de geschiedenis van het
Nederlandse kustgebied en die van Zee
land in het bijzonder.
Dit tweede punt is evenwel slechts gedeel
telijk waar. Onderzoek naar en in vliedber
gen heeft uitgewezen dat ze vaak een
complexe ontwikkeling kennen die in veel
gevallen niet of slechts voor een bepaalde
gebruiksfase met de strijd tegen het water
kan worden geassocieerd. De meeste
vliedbergen lijken tot stand te zijn geko
men in de periode (elfde-dertiende eeuw)
waarin lokale elitegroepen zich door de
bouw van op hoge, omgrachte aarden
heuvels gelegen houten of bakstenen
torens probeerden te profileren. De torens
dienden niet zozeer als permanente woon
plaatsen maar fungeerden eerder als sta
tussymbool en gebouwen waarin men zich
ten tijde van onrust en oorlogsdreiging kon
terugtrekken. De eigenaren woonden vaak
op de tot de complexen behorende, even
eens omgrachte voorterreinen.
Op kleine, veelal kunstmatig aangelegde
heuvels gebouwde torens zijn geen speci
fiek Zeeuws verschijnsel. We komen ze in
de periode ca. 1000-1250 in grote delen
van Noordwest-Europa tegen. Deze com
plexen worden motteversterkingen ge
noemd, naar het Latijnse woord mota dat
opgeworpen heuvel betekent. Sommige
motteversterkingen groeiden later uit tot
imposante kastelen, zoals de bij Borssele
gelegen Berg van Troje van de heren van
Borsele, maar de meeste werden na ver
loop van tijd ontmanteld. Een groot aantal
werd later gedeeltelijk of geheel afgegra
ven. Er zijn in Zeeland 39 vliedbergen
bewaard gebleven, maar dit aantal moet
oorspronkelijk vele malen groter zijn
geweest.
In de lezing zal worden ingegaan op de
landschappelijke, politieke en sociaal-eco
nomische aspecten waarin de Zeeuwse
vliedbergen ontstonden en functioneerden.