Kort voordat het gezin naar Wissenkerke verhuisde (circa 1983), werd de kat aan iemand uit Veere cadeau gedaan. Die deed hem ook weer van de hand en daar na ging hij rondzwerven tot hij uiteindelijk terechtkwam bij Abbey Green Antiques van antiquair Jos te Water Mulder aan de Mariaplaats in Utrecht. Op 1 februari 2008 kwam het dagblad Trouw als eerste met het bericht dat de gemummificeerde kat bij Jos te Water Mul der in de winkel lag. Een dag later volgden enige regionale bladen, waaronder de PZC. Nadat de gemeente Veere de kat in april kocht, besteedde een aantal kranten er opnieuw aandacht aan. Uit de verschil lende berichten maakte ik de volgende samenvatting. Krantenberichten Tim Graas, historicus en medewerker van de stichting Kerkelijk Kunstbezit in Neder land, liep afgelopen winter tijdens zijn lunchpauze langs de etalage van antiquair Jos te Water Mulder in Utrecht. Daar zag hij op een rood kussen een gemummifi ceerde kat liggen. Bij navraag bleek deze afkomstig te zijn uit de Grote Kerk te Veere die in 1520 als katholieke Onze-Lieve- Vrouwekerk werd gebouwd. Geobsedeerd door het verschijnsel dat katten in de late middeleeuwen wel als bouwoffer in oude kerken werden ingemetseld, stond voor hem meteen vast dat dit er ook zo een was. Vaak werden ze onder de drempel van het gebouw gelegd om kwade geesten te verjagen of om de middeleeuwse bouw vakkers tegen ratten te beschermen. Ook bij de restauratie van het Veerse stadhuis werd een kat als bouwoffer aangetroffen. Het was echter niet zo'n gaaf exemplaar als deze. Trouw meldde dat de gemummifi ceerde kat in 1953 door een metselaar tij dens restauratiewerkzaamheden in de kerk was gevonden. Het kerkbestuur van de al sinds 1572 protestantse kerk stelde des tijds geen prijs op de rooms-katholieke kat, waarna burgemeester Den Beer Poortu- gael het dier mee naar huis nam. Daarna zwierf de kat wat rond, tot hij via een ver zamelaar bij de Utrechtse antiquair Te Water Mulder terechtkwam. Die verkocht hem een paar jaar geleden, maar kon het beestje eind 2007 weer terugkopen. Vol gens hem was het diertje dood toen hij in de kerk werd ingemetseld. Hij is op natuur lijke wijze gemummificeerd. Op de mum mie zitten sporen van een doek. De dra den ervan zitten goed vast, je krijgt ze er niet meer af. De nagels van de kat zijn lang en scherp. Geen sporen van urenlang wanhopig krabben tegen een verse stenen muur. Vreemd is dat de staart met een bevallige bocht omhoogwijst, wervel voor wervel. Wellicht heeft die op een verhoging in een nis gelegen. Voor een vriendenprijs je van 2.500,- wilde de antiquair hem wel aan een museum verkopen, want vol gens hem hoorde hij daar meer thuis dan bij een particulier. Op zoek naar de feiten. De bouw van de Grote Kerk Volgens de krantenberichten zou de kat dateren van rond 1520 en als bouwoffer in de Grote Kerk in Veere zijn ingemetseld. Nu lijkt het me voor de hand liggend dat een dergelijk offer wordt gebracht op het moment dat men met de bouw een aan vang neemt en niet nadat de kerk al enige decennia in gebruik is geweest, zoals in 1520 het geval was. Wanneer men met de bouw van de kerk is begonnen, is niet bekend; in de archieven is hierover niets

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 6