waarin de provinciale archieven werden ondergebracht. Hierna zijn er tot circa 1970 geen herstelwerkzaamheden meer aan de kerk verricht. Wel werd klein onder houd gedaan door Kees Luyk uit Zanddijk. Voor zover ik me kan herinneren hield hij zich hele dagen bezig met het bikken van stenen die bij de laatste herstelwerkzaam- Burgemeester jhr. I.F. den Beer Poortugael. (collectie J.H. Midavaine) heden uit de muren waren gehaald en op stapels buiten en in de kerk lagen. Dat er rondom het verhaal van de kat rijke lijk is gefantaseerd, blijkt wel als we lezen dat het kerkbestuur van de al in 1572 pro testants geworden kerk na de vondst van de kat in 1958 "het katholieke katje" niet wilde terugplaatsen en burgemeester Den Beer Poortugael het daarom mee naar huis nam. Aardig gevonden, maar het klopt niet want de kerk is, zoals hierboven reeds staat beschreven, eigendom van de Rijks gebouwendienst. In 1809 is er voor het laatst in gepreekt. Als gevolg van de scha de door het bombardement van de Engel sen op 31 juli 1809 kon hij niet meer wor den gebruikt. De daarop volgende confis catie door de Engelsen en het verbouwen tot hospitaal en kazerne door de Fransen twee jaar later, zijn er de oorzaak van dat de kerk nooit meer als zodanig in gebruik is geweest en eigendom is gebleven van het Rijk. Dat de kat van nul of generlei waarde voor de geschiedenis van Veere is, blijkt uit het feit dat burgemeester Den Beer Poortu gael, die een groot kenner van kunst en antiek was, de kat niet aan een museum schonk maar hem mee naar huis nam en hem op zolder legde. Zelfs tijdens de B&W-vergaderingen heeft hij er met geen woord over gesproken, zo weinig waarde hechtte hij aan de kat. Uiteindelijk schonk hij hem aan zijn oudste dochter, die hem na haar huwelijk meenam naar Colijns- plaat. Nog meer feiten: de Grote Kerk door brand verwoest De Grote Kerk is op zaterdag 25 mei 1686 door brand verwoest. Kon de kat dit onge schonden hebben doorstaan? Nee, dat is onmogelijk. Uit de verslagen blijkt dat de brand rond vijf uur 's middags ontstond bij het torentje op het kruis van het transept met het middenschip. Daar waren enkele leidekkers en loodgieters uit Middelburg bezig het dak te repareren. Doordat een van hen onvoorzichtig was met vuur, brak er brand uit. Omdat het lang droog was geweest, stond het torentje in korte tijd in lichterlaaie en stortte het niet lang daarna in. Snel greep het vuur om zich heen en

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2008 | | pagina 8