77
om de stroming van de monding van het
kanaal weg te houden. De totale kosten
bedroegen bijna 60.000, maar alles was
uiteindelijk tevergeefs. In 1793 raakte het
nieuwe VOC-schip de Leviathan bij zijn
eerste reis zo zwaar aan de grond dat het
ter plaatse moest worden gesloopt.
Het Zeeuws Genootschap probeerde in
1803 de oplossing via een prijsvraag te
vinden. Kapitein-ingenieur T. Speleveld
kwam met drie mogelijke oplossingen en
hij kreeg hiervoor in oktober 1806 de gou
den ereprijs. De eerste mogelijkheid was
het veranderen van de haven en het
havenkanaal in een dokkanaal met aan de
monding bij fort Rammekens een spui- en
schutsluis. De vloedstroom zou dan voor
de schutsluis "zijn stoffen neerlaten" en
De situatie van de monding van het Kanaal
van Welzinge in 1791. Voor Fort Rammekens
is in 1779 een triangulaire dijk aangelegd. Aan
de oostzijde van de monding ligt een lange
strekdam, die in 1738 was aangelegd en in de
jaren daarna is verlengd.
Deel van kaart door C. de Feyter, 1791, naar J.
Massol. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genoot
schap, Zelandia Illustrata deel I, nr. 1282c)
door de spuisluis zou de sedimentatie kun
nen worden weggespoeld. De tweede
mogelijkheid was het Welzingekanaal en
het Arnemuidse kanaal van elkaar te
scheiden door een dam en vervolgens het
havenkanaal en het Arnemuidse kanaal tot
één kanaal te maken, met een spuisluis bij
de monding bij Arnemuiden. De derde