men, om brand te voorkomen. Hij kreeg in
1901 vergunning voor de plaatsing van
een grotere stoomketel - een van 16 pk -
en in advertenties was voortaan sprake van
de stoompianofabriek van Antoine Mes.
Voortdurend streefde Antoine Mes naar
verbeteringen in het productieproces. Zo
kreeg hij op 28 juni 1904 een vergunning
houtbewerking en een dynamo ter vervan
ging van de bestaande stoommachine.
In 1918 kreeg de firma Antoine Mes een
vergunning voor de plaatsing van verschil
lende elektromotoren ter vervanging van
de bestaande zuiggasmotor op kadastraal
perceel C 2315 (Gravenstraat).
Antoine Mes met twee personeelsledenvóór
1909. (collectie familie Mes)
van de gemeente voor de verbouwing van
het pand (Gravenstraat) I 311/312 en richt
te hij in 1905 een droogkamer in met ver
warmde lucht om het hout nog beter voor
piano's geschikt te maken. In 1909 kreeg
hij vergunning voor de plaatsing van een
zuiggasmotor van 25 pk voor de aandrij
ving van verschillende machines voor
Verkoop en concurrentie
Nadat de zangvereniging Tot Oefening en
Uitspanning haar contract met pianomaker
Pieter Joseph Limbach in 1874 had ver
broken, hoopte Antoine Mes, die in dat
jaar pas was begonnen als pianomaker,
een kans te hebben om Limbach te kun
nen opvolgen. Maar de zangvereniging
koos voor een andere pianobouwer. Mes
ging echter niet bij de pakken neerzitten.
Hij richtte zich op andere klanten, bouwde