Reacties
het bezit van een schilderij dat zijn oom,
H.G.J. de Meij, heeft gemaakt. Dit schilderij
van een meisje in Walcherse dracht is kort
na de Tweede Wereldoorlog gemaakt (ca.
1946). De Meij was toen onderwijzer aan
de lagere school aan de Bloemenlaan in
Vlissingen. Hij was in 1971 een van de
Tottedoekje
Frans van den Driest heeft nog een aan
vulling op het Vadertje in De Wete van
oktober 2008, 't Droogt gin totte(n)doek.
"In dit artikel schreef ik dat moeders op het
platteland van Walcheren 's nachts tot-
te(n)doekjes gebruikten om het huilen van
hun baby te stoppen, 's Avonds werden
soms wel veertien totten klaargemaakt.
Op het platteland van Walcheren maakte
men brood vochtig, strooide er suiker over
en draaide het vochtige brood in een doek
je (tof). Als de baby begon te huilen werd
de tot in een kom met suikerwater gestopt
en vervolgens in de mond van de baby.
Na publicatie van het Vadertje las ik het
boek Middelburg voorheen en thans van
Samuel Coronel (1827-1892). Hij was van
af 1853 stadsgeneesheer van Middelburg
en beschrijft in zijn boek (uitgegeven in
1859) de armoedige toestand van arbei
ders en bedeelden in Middelburg.
Tot mijn verrassing schrijft Coronel dat ook
in Middelburgse arbeidersgezinnen totten
werd gebruikt. Hij noemt het geen totten
maar dotten. Hij schrijft: 'Ik ken moeders,
die zeer zorgzaam voor hare kinderen zijn,
en hun dan, vóór het naar bed gaan, een
aantal dotjes gereed maken, met de
ondoelmatigste stoffen.'
oprichters van de Heemkundige Kring. Zie
voor een herinnering aan hem De Wete
van januari 1997, p. 42-43.
Wie herkent deze dames en dit meisje?
Uw reacties graag naar de redactie.
Tottedoekje. (foto Frans van den Driest)
Coronel kwam totten tegen waarin koek,
vijgen, roggebrood of meelpap werd
gedaan. En ook hier was het gebruikelijk
ze in een kom met suikerwater te stoppen
voordat ze in de mond van de baby wer
den gestopt. Sommige moeders hadden
maar een paar totte(n)doekjes. Als het
zoete vocht van die paar totten opgezogen
was, werd de tot snel even in melk, koffie
of stroop gestoken en vervolgens weer in
de mond van de baby gestopt.
Ook overdag werd de tot wel als zoethou
der gebruikt. Coronel schrijft dat ook de
kleinen van vier a vijf jaar er dol op zijn.