ger werd een vliedberg 'werf' genoemd en vanaf 2007 begon de inventarisatie van kastelen en buitenplaatsen. De heer Van Doesburg noemde enige archeologische waarnemingen en onder zoeken in vorige eeuwen, waaronder het onderzoek naar de werf bij Buttinge door Halbertsma in 1953. Het betreft een twee- periodenheuvel met bewoningssporen op een circa één meter hoge kernterp. Ook werden sporen gevonden van een gebouw van 9 bij 16 meter op een rechthoekig plat form van 24 bij 16 meter (tiende eeuw). Een gracht werd niet gevonden. De oudste kernterpen liggen op Schouwen en Walcheren en dateren uit de laat-karo- lingische tijd. De vliedbergen op de overige Zeeuwse eilanden en in Zeeuws-Vlaande- ren dateren uit de elfde, twaalfde eeuw. Het einde van de gewoonte om kernterpen op te werpen ligt rond circa 1200. In de veertiende eeuw is het afgelopen met de vliedbergen. Waarschijnlijk door verander de omstandigheden zoals het begin van de aanleg van ringdijken en vanwege andere politieke machthebbers. Defensief stelden de vliedbergen niet veel meer voor door de uitvinding van het buskruit. De volgende gedachten bestaan over de functies van vliedbergen: offerhoogte, woonplaats, begraafplaats, vluchtheuvels, stelbergen (opslaan gewassen), kasteel- bergen en versterkingen. Op Walcheren zijn er nog negentien vlied bergen waarvan er zes enigermate arche ologisch onderzocht zijn. Dertien bergen met gracht en twee met voorburcht en meerdere tweeperiodenheuvels uit de periode elfde tot dertiende eeuw. Vliedbergen worden gedateerd aan de hand van gevonden aardewerk. Bebouwing wordt aangetoond door de vondst van bak stenen in de eventueel omringende gracht. De meeste vliedbergen zijn nu archeologi sche monumenten en mogen daarom niet zomaar onderzocht worden. Gedachten over genese van de Zeeuwse vliedbergen: - ontstaan in de negende eeuw, gebruikt als woonplaats en voor stalling van vee; - opkomst van lokale elitegroepen (rijke boeren) leidt tot het verder verhogen van een deel van de bestaande verhoogde woonplaatsen tot kernterpen. In eerste instantie heeft de vliedberg een defensieve functie, maar het is zeker ook een uiting van status; - leden van adellijke geslachten en mach tige boeren bouwden bergen die in één keer opgeworpen zijn; - op hoge bergen stonden torens van hout of later ook wel van baksteen; - incidenteel groeide een hoge berg uit tot een volwaardig kasteel, zoals de berg van Troje te Borssele. Nog lang niet alle vragen over het feno meen vliedberg zijn beantwoord, en het onderzoek zal worden voortgezet. De 78 toehoorders luisterden aandachtig naar het enthousiaste betoog van de heer Van Doesburg. A.M. van der Most De powerpointpresentatie van de heer Van Doesburg is te bekijken via de website www.veldnamenwalcheren.nl -> thema's -> vliedbergen. In het tijdschrift Nehalennia, bulletin van de Werkgroep Cultuurhistorie van het Konink lijk Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen, wordt de lezing van de heer Van Doesburg dit jaar gepubliceerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 50