een baan aan bij gemeentewerken. "Een weliswaar aardige geste, maar voor een rasechte boer een moeilijk voor te stellen perspectief", zo verwoordde zoon Addie het initiatief. Jan ging actief op zoek naar een andere plek om opnieuw te beginnen. Dat viel echter niet mee. Op Walcheren maakte hij in ieder geval geen schijn van kans. De naoorlogse herverka veling van het eiland had ertoe geleid dat alle kleine boerenbe- drijfjes waren verdwenen. Daar voor in de plaats kwamen er grote boerenbedrijven met grote stukken grond. In Flevoland en de Noordoostpolder waren er wel mogelijkheden om een be drijf te starten, maar Jan gaf de voorkeur aan het pachten boven het kopen van een boerderij. Uiteindelijk kwam hij in contact met Ostfriesland, in het noorden van Duitsland. In Potshausen werd hem een boerderij met pachtcontract aangeboden voor de duur van twaalf jaar. Addie: "In april 1963 was het dan zover. Met twee vrachtwagens reden we naar Potshausen. Een enor me stap in het leven van ons gezin. De ene vrachtwagen bevatte onze huisraad, de ande re was volgestouwd met ver schillende dieren." Voor zijn ver trek had Jan Aarnoutse nog de ijzeren pauw die op het dak van hofstede Paauwenburg stond, van zijn plek gehaald. Het ornament ging als aandenken mee naar Duitsland. "De reis nam twintig uur in beslag", aldus Addie. "Een paar dieren hadden het avon- kerke. Ze voelden de bui natuurlijk al han gen: de kans was groot dat zij het veld moesten ruimen voor het zogeheten 'plan Paauwenburg'. Adriaan stopte eind jaren vijftig met het werk op de boerderij. Vanaf ongeveer 1958 leidde Jan het bedrijf alleen. De gemeente Vlissingen deed hem ondertussen een voorstel en bood hem Addie Aarnoutse naast het tuinhuisje in zijn -woonplaats Nortmoor, Duitsland. Op het dak de pauw afkomstig van de boerderij Paauwen burg. (foto Jaco Simons)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 22