stijl die als neoclassicistisch is te benoe men. De ornamenten hadden weinig meer te maken met de oorsprong van die stijl of met de betekenis die deze had, maar waren slechts bedoeld als decoratie. Koning Willem II De gotiek beleefde in Nederland een her nieuwde populariteit rond het midden van de negentiende eeuw. Koning Willem II heeft een zeer belangrijke rol gespeeld bij de herintroductie van deze stijl in Neder land. Nog voor zijn kroning in 1840 vatte hij het plan op om zijn landhuis Zorgvliet bij Den Haag om te vormen tot een neo gotisch kasteel en liet hij de Engelse archi tect Henry Ashton daartoe ontwerpen maken. Zodra hij koning werd, ging hij aan de slag met de uitbreiding van zijn paleis aan de Kneuterdijk in Den Haag. Tussen 1840 en 1848 verrees daar een aantal grote gebouwen en torens, alle in neogoti sche stijl, geïnspireerd op de gebouwen die de koning tijdens zijn studietijd in Oxford had gezien. Sommige particulieren vonden het voor beeld van de koning zo inspirerend dat ze hun eigen buitenhuizen ook in neogotische trant lieten verbouwen. Voorbeelden daar van zijn het huis De Horst bij Wassenaar en kasteel Beverweerd bij Utrecht. Het huis op buitenplaats De Schaffelaar in Barne- veld werd in zijn geheel nieuw gebouwd in Willem ll-gotiek, waarbij ook het interieur rijkelijk werd voorzien van gipsen spitsbo gen en andere bij de stijl passende orna menten. Daarnaast kregen ook industriële gebou wen, zoals stoomgemalen, een neogotisch uiterlijk. Een fraai voorbeeld daarvan is het stoomgemaal Cruquius (1845) dat de Haarlemmermeer hielp droogmalen. Ook op vuurtorens werd de spitsboog los gelaten. De vuurtoren van Haamstede, in gebruik genomen in 1840, kreeg ramen met spitsbogen en andere gotische ele menten, net als later verschillende andere vuurtorens langs de Nederlandse kust. De dienstwoningen aan de voet van deze toren kregen eveneens neogotische ele menten, in de geest van de stijl die koning Willem II introduceerde.10 Na het overlijden van de koning in 1849 luwde de belangstelling voor die stijl al vrij snel. Wel kreeg hij nog ruime toepassing in de bouw van rooms-katholieke kerken, die vanaf de jaren 1850 her en der versche nen, zij het met een paar belangrijke ver schillen. Rooms-katholieke kerkenbouw in deze periode werd gaandeweg meer geba seerd op bouwhistorisch onderzoek, bouw technische innovatie en ideologie. De architect RJ.H. Cuypers paste een nieuwe vorm van neogotiek toe op de tal loze katholieke kerken en andere gebou wen die naar zijn ontwerpen in het hele land werden gebouwd. Deze neogotiek is echter heel anders van karakter dan de meer romantische stijl van koning Willem II, die hier centraal staat." Walcheren: buitenplaatsen Op Walcheren bleef de neogotiek voorals nog beperkt tot de buitenplaatsen. Toen Johan Cornelis Schorer op zijn buiten plaats Toorenvliedt een serre wilde laten bouwen, schakelde hij de beroemde archi tect Jan David Zocher jr. in. Deze maakte een paar schetsen voor die serre, waaron der een met neogotische ornamenten. Dit ontwerp is echter niet uitgevoerd; de serre die in 1828-1835 achter het huis werd gebouwd, had een strakke neoclassicisti sche vormgeving.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 9