Tijdens de zogenoemde Akademiedagen die op 8 en 9 mei 1951 in Middelburg wer den gehouden, hield prof. ir. J.F. Berghoef, wiens naam onlosmakelijk verbonden is met de naoorlogse wederopbouw van zowel stad als abdij, een pleidooi om in de ruimte onder de Lange Jan een monument te plaatsen. "Nu hier de kroon op het werk die voor de bevrijding omgekomen zijn. Die unieke kapel zou een bijzonder waardige bestemming krijgen, voor plechtige bijeen komsten zou de Koorkerk bij de hand zijn, schoner en zinvoller monument en plaats ware ondenkbaar. De toren zou dan waar lijk de bekroning zijn van die haast boven menselijke daden: de bevrijding, de ont- De ruimte in de torenvoet van de Lange Jan met een expositie van schilderijen van Henriët- te Alexander (juni 2009). (foto Leo Hollestelle) gezet is van Middelburg's wederopbouw, van Walcheren's herstel - want dit is ook de toren van het eiland - vraag ik mij af of er niet nog wijdere kansen liggen. Stel eens, dat de kapel overdag publiek toegankelijk gemaakt werd en men plaatste in die prachtige achtkantige ruimte een schoon monument voor Walcheren's bevrijding. Rondom, langs de wanden zouden de namen vermeld kunnen worden van hen, worsteling aan het water en de vernieu wing van stad en land, van Middelburg en van heel Walcheren." Het pleidooi van Berghoef kreeg korte tijd later bijval van iemand die al evenzeer betrokken was geweest bij het naoorlogse herstel en de wederopbouw, ir. H. de Lussa- net de la Sablonière. In een beschouwing die verscheen in het Zeeuws Tijdschrift, deed De Lussanet ook een enkele sugges tie voor de inrichting van de torenvoet. In 1998 bracht het bestuur van onze kring Berghoefs suggestie per brief onder de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 26