me. De Pagter is in 1803 nog steeds eige naar want hij geeft Rust na Onrust als onderpand op een geldlening van 600 pond Vlaams. Hoe het verder is gegaan, is niet helemaal duidelijk. Theehuis Volgens de Kadastrale Atlas van 1832 Tekeningen van Rust na Onrust door M. Pou- welsen ter gelegenheid van het huwelijk tussen Marinus Hendrik Damme (MHD op de teke ning links) en Jacoba Apolonia Beijdals (]AB op tekening rechts), dochter van eigenaar Aar- noud Beijdals, op 14 februari 1844 te Middel burg. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, Documentatie Kunst, nrs. 94-1 en 94-2) bestaat het landgoed uit een huis en erf - groot 0,7 ha een bos, water (vijver) en bouwland, een huis aan de weg (tuin manswoning), een boomgaard en een moestuin. De kadastrale aanduiding is Oost-Souburg sectie B, nummers 2 t/m 12. Een van de percelen wordt in de kadastra le leggers vanaf 1832 ook aangeduid als huis van vermaak. In de Historische Atlas van circa 1858 heet het Hemelhof en in de Gemeenteatlas van Kuiper (1866) wordt het De Koepel genoemd. (Een koepel was een theehuisje bij een buitenplaats.) Het perceel kan dus heel goed als theeschen- kerij hebben gediend. (Aan een vrij drukke weg als de Vlissingseweg waren naast her bergen ook veel koffiehuizen en misschien ook wel theehuizen te vinden.) Verrukkelijk moet het zijn geweest om in zo'n prachtige omgeving even uit te rusten van een ver moeiende wandeling en er iets te drinken. In de negentiende eeuw is Aarnout Beijd- hals (andere bronnen: Beijdals), bankier te Middelburg, eigenaar en na hem komt het landgoed in bezit van de familie Schorer. In 1872 komen de gebouwen en de grond op naam van Meinard Jacob Iman Sprenger te staan. Op twaalfjarige leeftijd erft hij het landgoed van zijn moeder Christina Johan na Schorer. Zijn vader is Jan Jacob Iman Sprenger, burgemeester van Oostkapelle. In 1909 komt het landgoed in handen van de familie Van de Putte. Boomgaard Wij weten niet precies wanneer het buiten is gesloopt. In 1915 wordt het hof samen met de bijbehorende percelen tot één per-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2009 | | pagina 38