Vadertje
In 't Bombaziensewegelienk
Bombazijn
Uit de boedel van Antheunis Megank, die
op 7 november 1794 in Grijpskerke over
leed, blijkt dat hij onder meer een bomme
zijne broeken een bommezijne kappe' had.
Het woord bombazien is afkomstig van het
Frans woord bombasin. Volgens Van Dale,
Groot woordenboek der Nederlandse taal,
is bombazijn een sterk weefsel, thans van
katoen, of met een linnen ketting/schering
en katoenen inslag. Het wordt vaak ver
ward met pilo.
Bombazijn was een goedkope stof, een
prima alternatief voor dure wollen stoffen
zoals laken. Bombazijn werd voornamelijk
in Twente gemaakt. Middelburg had op het
eind van de achttiende eeuw drie handela
ren die manufacturen verkochten, waaron
der bombazijn. Het waren de handelaren
Liebert, Louël en Servaas Bomme.
Streekdrachtkostuums voor mannen wer
den van bombazijn gemaakt. Vanaf 1820
werden broeken ook van pilo gemaakt en
vanaf die tijd verdween langzamerhand het
bombazijn.
Wegeling
De oude doorgaande wegen op Walcheren
liggen allemaal op kreekruggen. Ondanks
hun hoge ligging waren ze vroeger soms
in de zomer, maar zeker in de winterperio
de vaak onbruikbaar. De Italiaan Guicciar-
dini, die in de eerste helft van de zestiende
eeuw Walcheren bezocht, schreef dat hij
op 15 juli (hartje zomer) werd rondgereden
in een wagen zoals die op het eiland werd
gebruikt. Op die dag hadden ze moeite
begaanbare wegen te vinden. Mattheus
Smallegange omschreef deze wegen op
het eind van de zeventiende eeuw als
t
smal, "kleiachtig, en des winters onbruik-
baer".
Vanaf de kreekruggen liepen zijwegen het
lage poelgebied in, waar ze vaak doodlie
pen. Ze werden zoekwegen of wegelingen
genoemd. Deze wegen worden beschouwd
als ontsluitingswegen van de poelen met
als doel het aanwezige veen daar weg te
halen. In eerste instantie werd het veen
gebruikt voor zoutwinning, later als brand
stof. Het weghalen van het veen werd
moerneren genoemd. Het is bewezen dat
een aantal wegelingen eindigde in een
gebied van gemoerde grond. Een van de
wegelingen in Ritthem heette dan ook
Moeringswegeling.
In 1477 werd de moernering voor zoutbe-
reiding verboden en in 1495 werd het
moerneren uitsluitend toegestaan voor
particulier brandstofgebruik. Vanaf 1674
was het delven van veen streng verboden.
Door de lage ligging van de poelgronden
waren deze ongeschikt voor akkerbouw.
Ze werden dan ook gebruikt als hooi- en
grasland In de winter van 1915/'16 stond
1.500 hectare van Walcheren onder water.
Vrijwel elke winter was dit een normaal
beeld. Hieraan kwam pas een eind toen in
1930 het gemaal Boreel in Middelburg in
gebruik werd genomen.
In de eerste helft van de achttiende eeuw
telde Walcheren nog 268 wegelingen. Door
de Herverkavelingwet van 1947 zijn de
meeste van deze karakteristieke weggetjes
verdwenen.
Bijna alle wegelingen hadden een officiële
naam, waarvan sommige in de volksmond
anders werden genoemd. Zo was de offi
ciële naam van een wegeling in Seroos-
kerke Gapingsewegeling, terwijl het in de