De ambachtsheren
Wie waren nu de ambachtsheren van Me
lis- en Mariekerke en wat was hun positie
en invloed op Walcheren en in Zeeland?
Vóór 1400 zijn er slechts vage vermeldin
gen over stukken ambacht die door graaf
of bisschop in leen zijn gegeven aan onder
andere de abt van Middelburg.
Na 1400 is er meer duidelijkheid. Grote de
len van de heerlijkheid waren toen in het
bezit van de familie Van Borssele van Brig-
damme. In de zeventiende eeuw kwamen
ze via de familie De Vriese in het bezit van
de Brabantse familie Bernagien, waarna in
1745 de uit Arnhem afkomstige familie Tul
leken de zeggenschap over de ambachts-
heerlijke rechten kreeg. In 1793 kwam de
heerlijkheid definitief in het bezit van de
van oorsprong Oost-Friese familie De Bruyn.
De vijftiende eeuw is de periode van de fa
milie Van Borssele van Brigdamme, des
tijds een van de belangrijkste adellijke fa
milies, afkomstig van het toenmalige eiland
Borssele. In het westen van dit eiland
stond het stamslot van de familie, het slot
Troye.
Ze beschikte over grote leengebieden en
over grote politieke macht en invloed. Drie
vertegenwoordigers van de familie werden
tot stadhouder van Holland benoemd. De
familie Van Borssele bestond uit verschil
lende takken: de heren van Veere, van
Brigdamme, van Souburg, en van Sint
Maartensdijk. Door huwelijken, onder an
dere met gravin Jacoba van Beieren, Anna
van Bourgondië en een Schotse konings
dochter, werd hun invloed en aanzien ver
groot."1
Ambachtsheer van Melis- en Mariekerke
zou Claes II van Borssele, heer van Brig
damme (t 1412) kunnen zijn geweest,
want hij bezat onder andere goederen in
Grijpskerke, Koudekerke, Sint Mariekerke
en Meliskerke. Ook bezat hij een huis te
Meliskerke, gekocht in 1382. Hij was rent
meester van Zeeland Beoosten Schelde
en Bewesten Schelde.15
Over Adriaen van Borssele, heer van Brig
damme en Duveland (1417-1468), klein
zoon van Claes II en ambachtsheer van
^u/leAeru.
Wapens afgebeeld op de bladen 'De wapens van
de edele en aanzienlijke geslachten in Zeeland',
gevoegd bij 'Beschrijving van den Zeeland-
schen adel', opgenomen in de Nieuwe Cronyk
van Smallegange, 1696. (Zeeuws Archief,
Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrate deel
111, nr. 575)
Melis- en Mariekerke, is meer bekend.
Door aankoop en vererving bezat hij tal
van heerlijkheden op Walcheren, waaron
der Sint Laurens, Popkensburg, Zoutelan-
de en Melis- en Mariekerke. Door zijn hu
welijk met Maria van Cats in 1451 ver
kreeg hij ook de heerlijkheden Oost- en
West-Souburg en het Slot te Souburch, het
latere - vanaf 1579 - slot Aldegonde.'6
Deze Adriaen van Borssele werd in 1444
kastelein - beheerder en bewoner van een
kasteel - en schout van Gouda, en in 1445
ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Hij
was raad en kamerheer van Filips de Goe
de - Filips III van Bourgondië - die vanaf
1433 graaf van Holland en Zeeland was. In
1453 kreeg hij toestemming voor het indij
ken van delen van Duiveland. Het werk
startte pas in 1467, en na zijn dood in