vaandel aanwezig waren. Het zou fijn zijn als de afdeling op Walcheren ook over een vaandel beschikte. Het voorstel werd in stemming gebracht en met zeventien stemmen tegen één aange nomen. Francke kreeg opdracht naar prijs en soort te informeren. Hij informeerde bij de firma Van Diemen in Dordrecht, maar Vaandel van de afdeling Vlissingen van de "Prot. Chr. Bond van Spoor en Tramwegperso neel". (collectie Spoorwegmuseum Utrecht) kon in januari 1922 nog geen mededelin gen doen. Aan Louws werden inlichtingen gevraagd over een sinds kort in Souburg gesignaleerd vaandel en men besloot een Vaandelcommissie in te stellen. Die maak te er werk van. Tijdens de jaarvergadering in 1922 werd het vaandel - in aanwezig heid van dominee Graves van Willens- waard - ingehuldigd. In 1928 droegen Louws en Nieuwdorp het vaandel bij de viering van het 25-jarig bondsjubileum in Utrecht. Daarna bleef het stil rond dit attribuut. Nog eenmaal duikt het op, in de notulen van november 1937. In Souburg was een nieuwe burgemeester benoemd en de feestcommissie vroeg of de afdeling met vaandel voor de nieuwe burgemeester wilde defileren. Enkele leden maakten bezwaar: de optocht was 's avonds. Stel dat het regende en het vaan del beschadigd zou raken! Na een toelich ting door vriend Sturm ging men door de knieën en was Labruyère bereid als drager op te treden. Louws en Vreeke gingen de nieuwe burgervader feliciteren. Het vaandel maakt thans deel uit van de collectie van het Spoorwegmuseum in Utrecht. Reisclub In 1925 besloot het hoofdbestuur dat de afdelingen hun batig kassaldo in de bonds- kas moesten storten. Daarover ontstond bij de afdeling Walcheren discussie. In de ver gadering van begin juni wees secretaris Nieuwdorp erop dat de afdeling erg zuinig was omdat iedereen belangeloos mee werkte. Daar mocht wel wat tegenover staan. Hij stelde voor als beloning met de leden en hun vrouwen een rit over Walche ren te maken. De kosten zouden uit de kas betaald worden. Consumpties waren voor eigen rekening. Een rijtuig kostte 15,- per dag. Voor de dertig leden waren vijf rij tuigen nodig. Enkele leden stelden voor een reisje naar Nijmegen te maken. De Rijke vroeg of men bij aanvaarding van dit voorstel niet tegen de beginselen handel de. Hij gaf het geld liever uit aan propagan da of traktaten. De voorzitter was het met hem eens. Er werd gestemd en alleen De Rijke en de voorzitter waren tegen. Beslo ten werd de kwestie te verschuiven naar de volgende vergadering.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 22