De vice-admiraal werd in 1695 na een
zeer avontuurlijk leven begraven in de Sint
Jacobskerk in Vlissingen.
Landgoed zonder naam?
Het is jammer dat geschiedschrijver Mat-
theus Smallegange in zijn Nieuwe Cronyck
van Zeeland Westerwijk niet heeft be
schreven. In dat lijvige werk uit 1696 geeft
hij een opsomming van buitenplaatsen op
Walcheren "...van welke wy de voornaem-
ste hier alleen aengeroert hebben". Omdat
er evenmin een afbeelding bestaat van de
buitenplaats, moeten we enigszins gissen
hoe het geheel er kan hebben uitgezien. In
zijn algemeenheid kunnen we er echter
van uitgaan dat Westerwijk beslist geen ar
moedig landgoed was. Ongetwijfeld bevon
den zich hier prachtige siertuinen, water
partijen en een stuk bos. Naast een heren
huis heeft de verdere bebouwing bestaan
uit een tweetal boerderijen, met alle ge
bruikelijke bijgebouwen zoals bakkeet, wa
genhuis en varkenskot.
Overigens moeten we met de naam Wes
terwijk voorzichtig zijn, want er is geen be
wijs dat de buitenplaats toen al zo werd
genoemd. In oude documenten zien we
vaak de woorden "sinds oudsher ge
noemd" genoteerd staan. Bij Westerwijk is
dat echter geen enkele keer het geval. De
naamgeving duikt in 1833 pas voor het
eerst op, in de Middelburgsche Courant.
Toch is het moeilijk voor te stellen dat een
buiten van een dergelijk aanzien voor die
tijd naamloos door het leven zou zijn ge
gaan.
Van de Putte's dochter
en het einde van de buitenplaats
Gerard Verstege en zijn gelijknamige zoon
waren aan het einde van de zeventiende
eeuw enige tijd eigenaar van Westerwijk,
en vanaf 1701 was dat de Vlissingse kapi
tein Jacob Spierinck. De dochter van vice-
admiraal Carel van de Putte, Catharina Jo
hanna van de Putte, zorgde er in 1741
voor dat haar beroemde familienaam werd
herenigd met Westerwijk. Catharina Johan
na woonde op haar buitenplaats Wester-
Westerivijk op de kadastrale minuutplan Kou-
dekerke sectie F 2,1823, met ten noorden 't
Hof Krijn van Floor. (Zeeuws Archief, Kada
strale plans, cat.nr. 1025)
beek aan de Galgeweg in Koudekerke. Met
de koop van Westerwijk bezat de weduwe
toen dus twee buitenverblijven in dezelfde
omgeving.
Catharina Johanna was in 1715 in het hu
welijk getreden met zeeheld Philibert (van)
Boesschot. Mattheüs Gargon schrijft in zijn