9
pot. De opslagruimten zaten in die mei
dagen vol (militaire) goederen. Ook lagen
er grote voorraden graan opgeslagen...
Het complex brandde als een fakkel. Wim
Kievit zegt over de inzet van de brand
weer: "We hesen onze zuigkorf over de
muur van het droogdok, maar we konden
het water niet bereiken. Willem Murk, de
chauffeur van de brandweerwagen, stelde
voor naar de andere kant te gaan, richting
Punt, waar geen muur was. Maar dat lukte
niet. We konden het gebouw niet passeren
omdat het er veel te heet was. Er was geen
doorkomen aan. De vlammen spoten als
vuurstralen uit de vensters van het Entrepot.
Toen wij daar bij het dok met onze zuigkorf
bezig waren, zag ik uit de richting van de
Meelfabriek drie Duitse vliegtuigen komen.
Heinkels 111, naar ik later te weten ben
gekomen. Ze kwamen heel laag op ons af.
Met hun boordwapens schoten ze op ons.
De kogels ketsten tegen de straatstenen
rondom ons."
Kanttekening
Ook voor Wim Gast was het Entrepot een
van de locaties waar hij in actie kwam.
Gast was gestationeerd in een gebouwtje
aan de Penninghoeksingel. Daar hadden
de brandweerlieden al moeten schuilen
voor de inslagen. "Dat we onder een
brandweerwagen met een grote benzine
tank lagen, was achteraf gezien ook weer
niet zo'n veilige plek. Maar ja, er hebben in
de oorlog ook mensen met een koekenpan
op hun hoofd gelopen, in de veronderstel
ling dat hen dan niks kon overkomen."
"Toen we aan de kant van de Brakstraat
stonden te blussen begonnen ze weer te
schieten of te bombarderen." Volgens de
instructie van brandweercommandant
Mathijssen - "Je leven gaat voor" - werd
de kraan van de brandweerspuit meteen
dichtgedraaid. Van verder blussen kwam
daarna even niets meer, want inmiddels
was de opdracht gekomen om naar de
Markt te gaan om daar het stadhuis te be
schermen.
"Later heb ik me nog weieens afgevraagd
of het goed is geweest dat we bij het Oost-
Indisch Huis zijn weggegaan", kijkt Wim
Gast terug. "De brand was op dat moment
ver bedwongen. Later is het vuur weer
aangewakkerd waardoor het complex uit
eindelijk toch in de vuurzee ten onder is
gegaan. "Bij deze brand valt volgens Wim
Gast nog wel een kanttekening te maken.
"Is het Oost-Indisch Huis eigenlijk wel door
Duitse vliegtuigbommen of artilleriegeschut
in brand gevlogen?", vraagt hij zich nog al
tijd af. "Of is het in brand gestoken? Ik heb
daar zo mijn eigen gedachten over. Want
het brandde van onder en niet van boven."
Gast wil niet uitsluiten dat het Entrepot in
brand is gestoken om te voorkomen dat de
daar opgeslagen militaire goederen in han
den van de Duitsers zouden vallen. De
brandweerman van toen herinnert zich ook
dat particulieren aan de kant van de Bree-
straat, waar het vuur nog niet was geko
men, druk doende waren om zich van alles
en nog wat uit het complex toe te eigenen.
Broekspijpen
Bij het stadhuis aangekomen trof Wim
Gast aan de Helm burgemeester Van
Walré de Bordes aan met een brandslang
in zijn handen. Wim heeft zijn taak toen
overgenomen om de zijkant van het stad
huis nat te houden. "Maar dat straaltje
werd steeds minder en minder, want de
druk viel weg." Wim is daarna op andere
plekken aan de slag gegaan, onder andere
op de Rouaansekaai waar ook een brand-