laatste zette me aan het denken. Alge meen bekend is dat in 1798, op last van de Franse overheerser, alle zichtbare fami liewapens moesten worden verwijderd. Dit is overal gebeurd en ook op grafstenen werd alles weggehakt wat maar op een wapen leek. Omdat de grafsteen uit de Zuidstraat nog een puntgaaf wapenschild vertoont moet hij daar, als schampsteen langs de kant van de weg, al gestaan heb ben vóór 1798. Het wapenschildje zat on zichtbaar onder de grond. Waarschijnlijk is hij daar al in 1737 neergezet. De functie van schampsteen werd de graf steen in de twintigste en eenentwintigste eeuw noodlottig. De steen werd tot twee maal toe door een auto kapotgereden, waarna hij ten slotte verhuisde naar het museum Het Polderhuis. Bijnaam Terug naar die namenlijst in het boek van mr. PC. Bloys van Treslong Prins. Nummer 4, Cornelie Heijn Veytval, overleden in 1481, had mijn aandacht getrokken. Dit was een vrouw en mogelijk een familielid van de personen vermeld op de grafzerk in het Polderhuis. De naam Veytval was me volslagen onbekend en op de steen stond zoiets als Vujt Val. En Heijn kan op hetzelf de patroniem duiden als Heyndrix. Mis schien was die andere, inmiddels verdwe nen steen niet goed of onvolledig ontcij ferd. Dit kon geen toeval zijn, want met de spelling nam men het in die tijd niet zo nauw. Namen werden op verschillende ma nieren geschreven. Ik was al een heel eind in de goede richting. Het jaartal, dat nog maar fragmentarisch aanwezig was omdat het precies op de breuk onderbroken werd, was niet meer zo'n probleem. Na enige moeite kon ik lezen: Xl(l)ll en LXXIX. De volgorde van de Romeinse cijfers was anders dan nu. Maar zo kwam ik uit op 1479. Er volgde een da tum: XII D. in februario. De twaalfde dag in februari dus. Maar dat gold niet voor de genoemde Ewout Heyndrix. Er was nog een andere persoon op de steen vermeld, de eerste begravene, waarvan door het ontbreken van de bovenkant de voornaam niet meer te achterhalen was. Wel een fragmentarisch patroniem dat Heyndrixsen geweest kon zijn, maar dat wist ik niet zeker. En dan de merkwaardige toenaam Vujtval of Veytval. Ik twijfelde of ik het wel goed gelezen had. Uiteindelijk vroeg ik professor Peter Hen- derikx uit Veere om raad. Hij durfde de juistheid van zowel het patroniem als de toenaam wel te bevestigen en zei dat ik de rest goed gelezen had. Hij legde me uit dat de eerste V van de naam Vujtval (of Vujt Val) uitgesproken moest worden als een U, zodat er dan zou staan Uitval of Uit Val, wellicht een bijnaam. Mogelijk kwam deze naam slechts in een enkel gezin voor. Het is mij bekend dat in vroeger tijden voor de duidelijkheid wel vaker bijnamen op graf stenen werden vermeld. De gereconstrueerde tekst op de steen luist als volgt: "Hier leit begraven... Heyn drixsen Vujt Val hy sterf anno Xllll ende LXXIX. XII D. in februario. Ende Ewout Heyndrix hy sterf anno X..." De eerste regel is de gebruikelijke aanhef van een grafschrift uit die tijd en deze stond op de ontbrekende bovenkant. Voor de leesbaarheid heb ik dit aangevuld, klei ne afwijkingen voorbehouden. Waar apos troffen of weglatingstekens staan, heb ik die vervangen door het hele woord, omdat deze leestekens niet meer in het heden daags Nederlands voorkomen. De tekst is

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 30