Vadertje
't Stienkt 'r as bie de snuufmeulen an de Segeerssiengel
In 1772 werd op het Bolwerk bij de Se-
geerssingel in Middelburg een snuifmolen
gebouwd die de naam De Jonge Daniël
kreeg.
In een snuifmolen werd voorbewerkte ta
bak door hakmessen fijngehakt en vervol
gens door maalstenen zo fijn gemalen dat
het kon worden opgesnoven.
Ook in Veere en Vlissingen stond een
snuifmolen. In 1767 was het stadsbestuur
van Veere bang dat de snuifmolen bij de
Vismarkt zou instorten en in 1771 vroeg
de eigenaar van de Vlissingse snuifmolen
De Ezau toestemming voor het toppen van
bomen om de windvang van zijn molen te
verbeteren.
Tabak
Tabak komt oorspronkelijk uit Centraal-
Amerika. Voordat Columbus in 1492 Ame
rika ontdekte, rookte de inheemse bevol
king al tabak. Na 1492 werd het geurige
kruid ook in Europa bekend.
Er wordt verteld dat Engelse studenten in
1590 de tabak in Nederland introduceer
den. Zij trakteerden hun Nederlandse
vrienden op de Leidse universiteit op een
pijpje met tabak.
De Middelburgse stadsdoctor en kruidkun
dige Casper Pelletier vermeldde dat in
1610 de teelt van tabak voor het eerst in
Zeeland werd waargenomen in de omge
ving van Veere. Een koopman beplantte
daar jaarlijks een paar hectare land met
tabak. De bladeren van de Veerse tabak
werden "op indiaanse wijze gedroogd en
opgemaakt". Na enkele jaren stopte men
met de teelt bij Veere omdat de kosten ho
ger waren dan de opbrengsten.
De tabak werd met schepen van de West-
Indische Compagnie en de Middelburg-
sche Commercie Compagnie (MCC) vanuit
West-lndië en omliggende landen naar
Middelburg gebracht. In 1723 werd in Mid
delburg een aantal handelsartikelen die
door de MCC waren ingevoerd in het
openbaar geveild. Op de lijst kwam onder
andere een kavel Havana blaartabak (ta
baksbladeren) voor met een gewicht van
1.144 pond en een kavel Havana blaarta
bak van 3.200 pond, vervolgens 741 rollen
Canasser tabak, 350 pond Caraseque ta
bak, 1.401 pond Carenegro tabak en 123
balen (ongeveer 3.000 pond) snuiftabak.
Die balen snuiftabak roepen vragen op.
Het kan betekenen dat deze tabak al voor
bewerkt was of dat niet alle tabak voor ver
werking tot snuiftabak in aanmerking kwam.
Snuiftabak
Vanaf 1675 verbreidde het gebruik van
snuiftabak zich vanuit Spanje over Europa.
Ook in Nederland werd het een gewoonte
om tabak te snuiven. Alleen mannen rook
ten pijp, maar snuiftabak was een genot
middel voor mannen, vrouwen en kinde
ren, arm en rijk.
Snuiftabak kon je op verschillende manie
ren maken. De tabaksbladeren werden
voor het maken van snuif eerst in een saus
gedoopt waardoor ze een speciale geur
kregen. Die saus werd gemaakt van bran
dewijn en jeneverbessen. Hieraan werden
verschillende kruiden toegevoegd, zoals
kalmoes, koriander, kruidnagel en salmiak.
De samenstelling van de saus verschilde
per fabrikant en werd strikt geheim gehou
den. Daarna werden de gesausde tabaks
bladeren een paar maanden in afgesloten
kisten bewaard waarin ze een gistingspro-