ces ondergingen. Vervolgens werden de bladeren fijngehakt, gestampt en tot poe der gemalen. Een andere manier was de bladeren eerst drogen en tot poeder te malen en daarna sausen. De derde manier was het maken van ka rotten. De gesausde tabaksbladeren wer- Is dat misschien de reden dat in de omge ving van de snuifmolen aan de Segeers- singel in Middelburg "Het stinkt" werd ge zegd? Wat de één lekker vindt ruiken, vindt de ander stinken. De uit Grijpskerke afkomstige A. Geschiere beschreef het leven van de Walcherse boer in de negentiende en twintigste eeuw. Snuifdoosje. Lengte 7,6 cm, breedte 4,8 cm, hoogte 2,5 cm. (particuliere collectie, foto Leo Hollestelle) den in linnen doeken gewikkeld en strak met touw omwonden. Die noemde men ka rotten. Deze karotten werden te drogen ge legd. Door het indrogen moest het touw steeds strakker worden aangetrokken. De karotten werden een paar jaar bewaard, waardoor de snuiftabak een bijzondere geur en aroma kreeg. Daarna werden de bladeren vermalen tot snuif. De duurdere soorten snuiftabak werden vervolgens geparfumeerd met bijvoorbeeld rozenolie, menthol of lavendel. In die beschrijving heeft hij het over zijn vader die snuiftabak gebruikte. Als zijn va der zijn arbeiders op het land bezocht, zei den ze: "De baas is in aantocht", terwijl hij nog niet te zien was. Ze roken hem al van verre omdat zijn snuiftabak zo geurde. Ge schiere senior gebruikte snuiftabak als ge notmiddel en als medicijn. Als genotmiddel gebruikte hij zwarte snuiftabak waarin hij een pronkboon deed, die hij regelmatig vochtig maakte met geurende odeurs. Als medicijn snoof hij tegen zinkingen in het hoofd witte zinkingsnuif, die maar bij één apotheker in Middelburg was te krijgen. Verder schreef Geschiere dat hij regelma-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 34